Algemeen

De Horsthoekerbeken is onderdeel van het stelsel van de Heerder beken. Het is een omvangrijk stelsel, bestaande uit drie dicht bijeen gelegen beken. Van noord naar zuid gaat het om de noordelijke-, de middelste- en de zuidelijke beekloop van de Horsthoekerbeek. We beschrijven hier alle drie de beken. Het zijn allen sprengenbeken, met meerdere beeklopen en in totaal zes molenplaatsen. De beken liggen in een gevarieerd landschap, tussen het bos en het agrarisch gebied en in de nabijheid van het heidegebied van de Renderklippen. Ze liggen ten zuiden van Heerde op de Noordoost-Veluwe.

Het stelsel is voor de Bekenstichting waardevol, alleen al omdat de drie beken in goede staat verkeren, met veel elementen van het sprengenlandschap aanwezig, inclusief een vrijwel complete molenplaats. Het zijn relatief korte beken; de lengte van de langste van de Horsthoekerbeken bedraagt van bron tot monding nog geen drie kilometer.

In de jaren tachtig van de 20e eeuw heeft het toenmalige Waterschap Oost-Veluwe de soms ingewikkelde naamgeving van deze cluster van beken vereenvoudigd. De noordelijke tak van de  Horsthoekerbeek werd in het verleden vaak als Horsthoeker Molenbeek, Griftbeek of Kamperbeek aangeduid. Zo stond de middelste Horsthoekerbeek bekend als ‘zuidelijke Horsthoekerbeek’ of ‘Heidebeek’ en de zuidelijke beekloop van de Horsthoekerbeek, gelegen in de gemeente Epe in de buurtschappen Norel en Vemde en daar simpelweg als ‘Molenbeek’ aangeduid. In kringen van beekeigenaren was in de vorige eeuw de naam ‘Beek aan de Noordzijde’ gangbaar.

Het beekstelsel heeft geen natuurlijke oorsprong. Het complete stelsel is in zeer korte tijd aangelegd in  voormalig heidegebied ten dienste van de bloeiende papiermakerij. De noordelijke  en de middelste beekloop van de Horsthoekerbeek moeten kort voor 1667 zijn gegraven, de zuidelijke beekloop  in 1668.

Noordelijke Horsthoekerbeek

De Noordelijke Horsthoekerbeek  vindt haar oorsprong in twee sprengenstelsel op enige afstand van elkaar in het bosgebied ten zuidwesten van Heerde. Het noordelijke sprengenstelsel ligt enigszins verborgen in een beboste, zandige hoogte nabij de snelweg A50. Het zuidelijke stelsel is veel forser van omvang en ligt aan de voet van de Renderklippen.  De sprengenkoppen en bovenlopen voeren jaarrond water, vooral het stelsel nabij de Renderklippen is erg waterrijk. Ze voeren het water af via twee verschillende beeklopen, maar daar voegt zich een derde beekloop bij die kwelwater uit het tussenliggende gebied afvoert.

Vlak voordat de bovenlopen bij elkaar komen, bevindt zich de Bovenste Molen aan de Noordelijke Horsthoekerbeek.
Dit is de oude molenplaats van Luijer Daendels, die in 1667 van de Rekenkamer toestemming kreeg om twee papiermolens te bouwen op ‘de wateren ende het beecxken uijt ‘t Eper en Vembder Velt ende Merckluijder Vheenen, ten delen door sijn veen, den Berckhorst genaemt lopende … tot eindelijck in de Grift’. De molenplaats was tot 1884 als papiermolen in gebruik en werd daarna omgebouwd tot wasserij. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw stopte deze functie en tegenwoordig is het pand in gebruik door Jeugd met een Opdracht.

De bovenloop bij deze molenplaats is een mooi voorbeeld van een opgeleide beek; de beek ligt hoger dan de weg erlangs. Waterschap Veluwe legde langs de dijk van de oude spoorlijn een vispassage aan; via deze route kunnen beekvissen de molenplaats passeren en nu weer bovenstrooms komen. Langs de Zwarte weg loopt de beek naar de Eperweg en onder de snelweg A50 door naar de Badhuisweg. Hier ligt de schilderachtige, tweede en onderste molen De Hoop, tegenwoordig beter bekend als de Molen van Rakhorst, een papiermolen gebouwd in de tweede helft van de 17e eeuw. De molen is buiten gebruik, maar het molengebouw (1928) en het interieur is nog nagenoeg compleet. De molen heeft een fraaie wijerd. Nieuwe eigenaren (sinds 2023) zetten zich in de molenplaats te behouden en in te richten voor bijeenkomsten, daarmee de toekomst veilig te stellen. Na de molenplaats stroomt de beek als benedenloop richting de Grift waarin het uitmondt.

Middelste Horsthoekerbeek

De Middelste Horsthoekerbeek  heeft drie sprengenlopen. Ze liggen ten westen van het oude spoortracé, nu fietspad. De noordelijke beekloop ligt in beboste wallen die in een recreatieterreinen liggen en slecht waar te nemen zijn. Op het terrein ligt ook nog een korte, enkelvoudige sprengenloop. Beide lopen leveren beperkt water. Dit in tegenstelling tot de zuidelijke sprengenloop. Deze ligt in afwisselend agrarisch gebied, grenzend aan de rand van de Veluwse bossen. De loop wordt wel ‘Heidebeek’ genoemd en ligt diep ingebed in het landschap, met forse beboste beekwallen en levert vanuit drie sprengenkoppen jaarrond veel water. In 1993 heeft het Waterschap Veluwe de wallen van het grootste deel van zijn houtopslag ontdaan, met de bedoeling er weer een spreng in het open veld van te maken. Aanvankelijk leek deze opzet te lukken, maar de wallen groeiden snel weer dicht met jong opslag en uitlopers. Het Waterschap overweegt het heidebeek karakter te herstellen, maar de sterke beïnvloeding door het omliggende intensief agrarisch gebruikte gebied en de wroetschade door wilde zwijnen, maakt succes onzeker.  Wel heeft zich in enkele jaren na het openleggen in de sprengkoppen de bronkruidvegetatie hersteld en in 2022 plaatste de Bekenstichting langs de sprengenkoppen en sprengenloop een grofwildraster.

Het kaarsrechte tracé van vrijwel de gehele middenloop is een opvallend kenmerk van deze beek, evenals de lengte aan opleidingen. Een groot deel van het tracé ligt boven het maaiveld, waardoor er middenstrooms geen toestroom is van kwelwater of sloten. Het schone, constante sprengenwater komt niet door verontreinigingen beïnvloed bij de molenplaatsen aan. Niet verwonderlijk dus dat er  twee wasserijen liggen op de plaats waar vroeger watermolens stonden. Wasserij Bagerman staat ongeveer halverwege het beektraject op de oude molenplaats van de Dullinks Papiermolen en is nog steeds functioneel (alhoewel met grondwater i.p.v. beekwater). Benedenstroom gaat het om de Onderste Molen a/d middelste Horsthoekerbeek, tot 1919 eveneens omgebouwd tot een wasserij en al snel daarna afgebroken. Na deze molenplaats stroomt de beek als benedenloop verder en mondt uit in de Grift.

Zuidelijke Horsthoekerbeek

De Zuidelijke Horsthoekerbeek  heeft haar sprengenstelsel eveneens ten westen van het oude spoortracé. Het is een omvangrijk stelsel dat jaarrond water levert. Alhoewel: er is één flinke spreng die geheel geïsoleerd ligt; m.a.w. er staat wel water in maar er is geen verbinding met de beek of overige sprengen. Het zou mooi zijn als er weer eens een aansluiting zou kunnen worden gemaakt.

En evenals de andere Horsthoekerbeken kent ook deze twee molenplaatsen én liggen er wasserijen op plaatsen waar vroeger molens waren. Op de plek van villaparkje Adelaarshof was dat Wasserij De Adelaar, later Euro Lin. Vroeger was dat de Papiermolen in Norel, ook wel de Bovenste Molen aan de zuidelijke Horsthoekerbeek genoemd. Aan dezelfde loop, direct voorbij de kruising met de A50, staat de Eper Stoom- en Wasserij, vroeger de Papiermolen in Vemde. Beide molenplaatsen hebben een waterinlaat en een vistrap, maar die zijn, omdat ze op privéterrein liggen, moeilijk zichtbaar. In 1668 kreeg Henderick van Isendoorn het water in erfpacht. Niet lang daarna werden op deze gegraven beek de twee genoemde molens gesticht.

Een bijzonderheid van deze beek is het zwembad. De Topografische Kaart van 1911 toont bij de onderste molen een vierkante opgeleide vijver. In 1927 werd dit het zwembad ‘De Wijerd’. Dit zwembad aan de Badweg is de sterk vergrote wijerd van de voormalige papiermolen en werd in een verder verleden dus gevoed door de zuidelijke beek. Later werd gebruik gemaakt van opgepompt water. Het zwembad is nu buiten gebruik en de toekomst is onzeker. Net als de andere Horsthoekerbeken mondt de beek uit in de Grift.

Oude lopen, recente wijzigingen

De oorspronkelijke boven- en middenloop van het bekenstelsel is zo goed als ongewijzigd, hetgeen in hoge mate bijdraagt aan de waardebepaling van de beek. Alleen de Noordelijke Horsthoekerbeek kreeg door de aanleg van de snelweg A50 en de locatie van de op-/afritten gedeeltelijk een nieuw tracé.  Daarnaast lag er in de benedenloop  een verbindingen tussen de noordelijke- en middelste Horsthoekerbeek.

Het sprengenstelsel van de Noordelijke Horsthoekerbeek kent twee oude lopen. Het noordelijke sprengenstelsel voedde een tijdlang het stelsel van de Heerderbeken en de nu droge beekloop is in het bos nog te traceren. De zuidelijke tak  kende in het verleden een extra sprengenloop, waarvan de uitstroom werd gedempt. De loop is nog goed zichtbaar in het bosgebied en delen ervan watervoerend. Het zou voor de Bekenstichting wenselijk zijn om de vroegere verbinding weer te herstellen.

Flora en fauna

Door het kleinschalige karakter en de diversiteit in bodemtypen is de natuurwaarde van de Horsthoekerbeken hoog. In de bovenlopen komen planten voor als bronkruid, klimopwaterranonkel en drijvend fonteinkruid. Langs de benedenlopen komen in de houtsingels eikvaren, haagbeuk en ijle zegge voor. In en langs de beken worden beekprik, bermpjes, das en ijsvogel aangetroffen. Door de aanleg van cascaden is een groot deel van het beekstelsel  voor vissen uit de Grift bereikbaar geworden. Er zijn echter nog een aantal migratiebarrières en blijft de watervoerendheid van de sprengenstelsels achter door de vele blad-/detritusophopingen.

Toegankelijkheid en beleving

De beek is voor een groot deel goed toegankelijk.

Het  klompenpad Horsthoekerpad  loopt voor een deel langs de sprengkoppen van de middelste Horsthoekerbeek).

Een deel van de sprengkoppen is vanaf de paden (en voorzien van diverse bruggetjes) in het bos vlakbij de Renderklippen mooi te zien, andere liggen wat verder van het pad af.

Voor wie zich goed wil oriënteren, is de wandel- en fietsroute Bekenpad Heerde een aanrader, zie meer info.

Meer info

De Wijerd, 2014-3Cultuurhistorie HorsthoekerbekenHenri Slijkhuis
De Wijerd, 2015-4Verdwenen molenplaats in buurtschap NorelHenri Slijkhuis
Bekenpad Heerde Henry Slijkhuis en Eric Harleman
Wandel- en fietsroute Bekenpad Heerde beschrijft het gehele beeksysteem van de Horsthoekerbeken en ook van de Heerder beken uitvoerig en geeft achtergronden en bijzonderheden over de geschiedenis van de beken en van het gebied.
Blauw Omgevingsprogramma BOP 2022-2027Waterschap Vallei en Veluwe
Waterschap Vallei en Veluwe heeft allerlei maatregelen voorzien en deels uitgevoerd voor de beken en gebieden in haar beheergebied teneinde naast verbetering van de ecologische kwaliteit ook de invloed van zowel droogte als wateroverlast te beperken. Om de waterkwaliteit te laten voldoen aan de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) en droogte te bestrijden, moet de snelle afstroom van water worden tegen gegaan, water langer worden vastgehouden in de haarvaten en de uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater verminderd worden.
Herstelprogramma beken in Natura 2000 gebieden op de VeluweProvincie Gelderland
Op 9 mei 2023 stelde Gedeputeerde Staten het herstelprogramma Beken vast. Met dit herstelprogramma behouden en verbeteren we standplaatsen en leefgebieden van planten en dieren die voorkomen in beken op de Veluwe. Dit doen we door de kwaliteit en hoeveelheid water in de beken waar mogelijk te verbeteren.