Bekenstichting en Waterschap Vallei en Veluwe gestart met meten van beekafvoeren

In het voorjaar van 2021 is gestart met een meerjarige meetcampagne van de afvoer van beken van de Veluwe. Vrijwilligers van de Bekenstichting zijn door het Waterschap opgeleid om wekelijks met professionele meetinstrumenten afvoeren te meten. De resultaten van de campagne worden gebruikt om beter te kunnen anticiperen op extreme weersituaties, zoals die van de afgelopen jaren. Vanwege Corona maatregelen kon de officiële start van het project niet eerder plaatsvinden, maar op 27 juli was het dan toch eindelijk zo ver: een bijeenkomst in de buitenlucht – op 1,5 meter afstand – was weer mogelijk.
Vrijwilligers van de Bekenstichting kregen bij de Tongerensebeek uitleg van Arnoud Keizer, hydroloog van Waterschap Vallei en Veluwe en van Gé van den Eertwegh (KnowH2O).

In de eerste fase wordt wekelijks de afvoer gemeten op 13 geselecteerde locaties langs de beken aan de oostflank van de Veluwe. Er wordt onder andere gemeten in het stroomgebied van de Verloren Beek, nabij Epe en de Soerense Beek, nabij Eerbeek. Na verloop van tijd worden deze gegevens door het waterschap geëvalueerd. In de volgende fase worden meetlocaties in andere beken geselecteerd voor aanvullende metingen. De meetcampagne wordt mede ondersteund door de Provincie Gelderland en vanuit het project ‘Droogte Zandgronden Nederland’.

We hebben de laatste jaren veel last van droogte en hitte door te weinig neerslag. Dat geldt zeker voor de flanken van de Veluwe. Door het uitblijven van neerslag en als gevolg daarvan dalende grondwaterstanden vielen veel beken droog. Sommige beken gingen pas maanden later weer stromen. Om het lange termijn effect van de droogte te begrijpen is kennis nodig over de waterbalans van het watersysteem van de Veluwe: de belangrijkste aanvoer van water is de neerslag. Van die neerslag verdwijnt meer dan de helft via de verdamping van bomen en planten. Het water dat naar het grondwater doorsijpelt wordt deels door de mens onttrokken ten behoeve van drinkwater, industrie en beregening. Het water dat overblijft verdwijnt langzaam via de ondergrond naar de flanken, en komt als kwel aan de oppervlakte in de Gelderse- en IJsselvallei, de Rijn of de Betuwe of de Flevopolders. Een ander deel komt geleidelijk tot afvoer in de ca. 150 Veluwse beken.

Een belangrijk deel van de beken op de Veluwe zijn sprengenbeken. De Veluwse sprengenbeken zijn grotendeels door de mens gegraven en onderhouden. Eeuwen geleden waren de beken een belangrijke bron van schoon water en energie. Dit maakt deze uniek en ze vertegenwoordigen belangrijke cultuurhistorische en ecologische waarden. Na de industriële revolutie begonnen ze in onbruik te geraken en liet men het onderhoud aan de sprengenbeken steeds meer achterwege.

De laatste decennia hebben provincie, waterschap en de Bekenstichting zich ingezet om de genoemde waarden te behouden en zo nodig te herstellen. Deze waarden zijn in grote mate afhankelijk van het functioneren van het hydrologisch systeem van de Veluwe en haar directe omgeving. De laatste droge jaren hebben bewezen hoe kwetsbaar deze waarden zijn. Veel sprengenbeken vielen – frequenter – droog. De noodzaak om in het beheer gerichter te kunnen sturen werd dan ook steeds sterker gevoeld. Meer kennis van het hydrologisch functioneren van deze sprengenbeken maakt het beter mogelijk om te anticiperen op extreme weersituaties, zoals die van de afgelopen jaren.

We weten veel van de hoeveelheid grondwateronttrekkingen. Dat geldt met name voor de grote onttrekkingen voor drink- en industriewater, doordat die aan vergunningen gebonden zijn. Ook krijgen we door hydrologisch onderzoek steeds meer grip op de verdamping. We hebben nog beperkt zicht op het afvoergedrag van alle de beken. Daarom hebben provincie, waterschap en de Bekenstichting de handen ineen geslagen om gezamenlijk deze meetcampagne te starten.