Emster beken

Achterdorp Open in Beken Atlas Veluwe
de Hegge Open Fototour Open in Beken Atlas Veluwe
Handelsebeek Open in Beken Atlas Veluwe
Kiefkamp Open in Beken Atlas Veluwe
Kievitsveld Open in Beken Atlas Veluwe
Nijmolense Beek sprengenbeek Open Fototour Open in Beken Atlas Veluwe
Nijmolense Beeksprengen sprengenbeek Open in Beken Atlas Veluwe
Nijmolense beek- zijtak de Hegge Open in Beken Atlas Veluwe
Nijmolense Plas Open in Beken Atlas Veluwe
Sloot Kieftkamp Open in Beken Atlas Veluwe
Smallertse Beek Open in Beken Atlas Veluwe
Smallertse Beek- Pollense veen Open in Beken Atlas Veluwe
Smallertse Beek- Steenderbult Open in Beken Atlas Veluwe
Smallertse Plas Open in Beken Atlas Veluwe
Vlasveld Open in Beken Atlas Veluwe
Zijtak Bloemendaal Open in Beken Atlas Veluwe
Zijtak Hanendorp Open in Beken Atlas Veluwe
Zijtak Kluinweide Open in Beken Atlas Veluwe
Prehistorisch akkercomplex Overeenkomst

Algemeen

Waterschap Vallei en Veluwe heeft allerlei maatregelen voorzien en deels uitgevoerd voor de beken en gebieden in haar beheergebied teneinde naast verbetering van de ecologische kwaliteit ook de invloed van zowel droogte als wateroverlast te beperken. Zie voor gedetailleerde gebiedsopgaven het BOP 2022-2027. Om de waterkwaliteit te laten voldoen aan de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) en droogte te bestrijden, moet de snelle afstroom van water worden tegen gegaan, water langer worden vastgehouden in de haarvaten en de uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater verminderd worden.

Er is een plan in voorbereiding door Provincie Gelderland in samenwerking met het waterschap om in Natura2000 gebieden maatregelen te nemen bij de beken ten behoeve van het ecologisch herstel. U moet denken aan een optimalisatie van het hydrologisch systeem en maatregelen ter bescherming van specifieke Habitattypen, zoals bijv. de rivierdonderpad en de ijsvogel. Dit plan is momenteel (2022) in voorbereiding. De Smallertse beek ligt voor een deel in Natura 2000 gebied.

 

Nijmolense Beek

Algemeen

De Nijmolense Beek is één van de drie beken van het stelsel van de Emster beken. Het is een sprengenbeek, bestaande uit een sprengenstelsel, één beekloop, twee molenplaatsen en één wijerd.  Er is één waterloop gekoppeld aan het beeksysteem. Het stelsel ligt tussen de dorpen Vaassen en Emst, op de Noordoost-Veluwe.

Gering van omvang, maar waardevol, zo kenschetsen we het systeem, met alle componenten van een sprengenbeek nog aanwezig en vanwege de geïsoleerde ligging in het landschap, in relatief gave staat.

Het woord nije’ of ‘nieuw’ in de naam wijst niet op de beek zelf, maar verwijst naar de Nijemolens, de nieuwe naam voor de herbouwde molens die in 1745 door brand verwoest waren. Ook de synoniemen voor de beek, Hofsebeek of Nieuwe Molenbeek, wijzen naar deze molens. De waterloop zijtak de Hegge, staat bij het waterschap bekend als de Cannenburgerbeek (waardoor verwarring optreedt omdat het geen beek betreft én niet tot het watersysteem van de Cannenburg behoort). De Nijmolense Beek is grotendeels in het laatste kwart van de 17e eeuw aangelegd.

Beeksysteem

De sprengkoppen en bovenloop liggen ingebed in grondwallen, waarbinnen een fijn vertakt systeem van kwelloopjes jaarrond water leveren. Er is geen toevoer van water van aanliggende gronden, waardoor het geïsoleerd ligt van de omgeving. De sprengen van de Nijmolense beek zijn niet apart benoemd omdat dit slechts 1 stelsel betreft. Vroeger betrof het een heidebeek waarvan de wallen begroeid waren met heide, brem en jeneverbessen. Lange tijd bleven delen  zonder schaduwen kon zich een rijke vegetatie handhaven van bronkruid, rietorchis, alsmede een witbloeiende vorm van kale jonger, karakteristiek voor de Oost-Veluwse sprengen. In de loop der tijd raakten de wallen sterk begroeid en zijn  zware exemplaren van boskers en zomereik beeldbepalend.

De middenloop (Nijmolense Beek) bestaat uit één beekloop met twee molenplaatsen. Dit zijn de Hofse Molens en de Nijmolen. De vroegste Hofse Molen dateert in ieder geval van 1691; der latere van 1713, de beide molens als papiermolen. De oudste Nijmolens dateren van 1660-1680 en 1691, beide herbouwd in 1745 en altijd als papiermolens in gebruik geweest. Hoewel de molens inmiddels zijn verdwenen, resteren de molenplaatsen, het bijbehorende verval en de opgeleide delen nog wel. Deze ene beekloop voert het sprengwater via een geïsoleerde en opgeleide loop naar de vroegere molenplaats van de Hofse Molens. Hier is een waterval. De opleiding van de beek is goed te zien op de plek waar de beek de Vaassense Binnenweg kruist. Iets verder stroomafwaarts wordt de beek opnieuw opgeleid. Aan het eind van deze opleiding stonden de Nijemolens. Op de oude molenplaats staat nu de verband- en wattenfabriek APCO (Groupe Lemoine), voorheen Utermöhlen. De beek betekende veel voor de onderneming. Men voerde tot aan de jaren ‘80 van de vorige eeuw zelf het onderhoud uit (handmatig, met twee schoningsrondes per jaar) en legde voorzieningen aan in en langs de beek zodat het sprengenwater  zonder kwaliteitsverlies bij de fabriek bracht.

De wijerd (Vlasveld) nabij de Nijmolen heet het  Vlasveld. Deze vormde de voorraadbassin voor de fabriek. De naam Vlasveld heeft overigens geen relatie tot het cultuurgewas vlas, maar is afgeleid van de naam van de eerste directeur van de fabriek: Joost Vlasveld.

De benedenloop (Nijmolense Beek) stroomt vervolgens zonder omwegen richting de Grift, waarin het zonder obstakels uitmondt. De route voert onderlangs de voormalige viskwekerijen (waaraan het via een overstort is verbonden) en bovenlangs het industriegebied Eekterveld. De beek stroomt hier 1 tot 2 meter onder maaiveld en is over een groot deel van de route met houtopstanden begroeid.

De enige waterloop (watergang De Hegge) die tot het beekstelsel behoort, ontwatert de kwelgronden aan weerszijden van de Nijmolense Beek. De oorsprong ligt bij de Helfterkamp, ten zuiden van de sprengkoppen. De watergang heeft een ‘agrarisch’ karakter, een strak slootprofiel, ingeklemd tussen weidepercelen. Het zorgt voor de drooglegging van de kavels en van de woningen en tuinen van het buurtschap De Hegge en is meer cultuurtechnisch ingericht, beschoeid en deels overkluisd. Stroomafwaarts kruist het onder de Nijmolense Beek door, wint aan kwelwater uit de lagere gronden ten noorden van de beekloop. Nabij de voormalige spoorbaan Apeldoorn-Zwolle (omgeving Achterdorperweg) voegt het samen met de Handelse Beek in een verdeelwerk, van waaruit het afstroomt naar de benedenloop van de Nijmolense Beek.

Oude lopen/recente wijzigingen

De oorspronkelijke boven- en middenloop van de Nijmolense beek is zo goed als ongewijzigd, hetgeen in hoge mate bijdraagt aan de waardebepaling van de beek. De meest zuidwestelijke spreng waterde vroeger af in een andere, meer zuidelijke, richting. In het veld is van de loop weinig tot niets terug te vinden. In 2023 zijn door het waterschap herstelwerken uitgevoerd en zijn beschoeiingen, duikers en stuwen vervangen.

Toegankelijkheid

De sprengkoppen zijn niet toegankelijk. Allen vanaf de Hertenkampsweg en de Isendoornweg verkrijgt men een beeld van de, inmiddels bosrijke, loop. Aan de Isendoornweg is door de Bekenstichting en het Waterschap Vallei en Veluwe een informatiepaneel geplaatst en is een inkijk gemaakt. Ook de middenloop en de molenplaatsen zijn niet toegankelijk. Een pad of openbare route ontbreekt. Alleen delen van de benedenloop zijn te voet en per fiets te volgen.

Meer info

Voor wie zich goed wil oriënteren op de beeklopen, is de fietsroute Emsterbeken een aanrader. Deze uitgave van de Bekenstichting door Henry Slijkhuis beschrijft het gehele beeksysteem uitvoering en geeft achtergronden en bijzonderheden over de geschiedenis van de beek en het gebied. In Wijerd 4, jaargang 42 van december 2021, geeft Henri een toelichting op de fietsroute en wordt de relatief onbekende Nijmolense beek nader beschreven.

Het Vlasveld

Handelse Beek

Algemeen

Sinds 2019 treffen we op de BekenAtlasVeluwe de Handelse Beek aan; één van de drie beken van het  stelsel van de Emster beken. Het is een kwelbeek en molenbeek, bestaat uit één beekloop en aantal visvijvers. Het beeksysteem ligt tussen Emst en Vaassen, op de Noordoost-Veluwe.

De beek lijkt op kaart niet veel, slechts een korte loop, maar was van betekenis voor de viskwekerijen tussen Vaassen en Emst. De Handelse Beek weerspiegelt deze economische bloeiperiode en is daardoor van belang.

De naam van de beek verwijst ‘t Handel, een klein buurtschap, waar de beekloop een dekzandhoogte aansnijdt. De Handelse Beek krijgt pas ná 1900, met de uitbreiding van de Visvijvers Kievitsveld, de huidige vorm.

 

Beeksysteem

De beek (Handelse Beek) bestaat uit één beekloop. Het betreft een middenloop en een kwelbeek. Het meeste water komt van de natte kwelgebieden uit de Kluunweides en de Kiefkamp, maar ook van de lage gronden rondom ‘t Handel. Deze kwelgebieden leveren jaarrond water, zodat geen droogval optreedt, ook niet in extreme perioden. Het begin van de beek ligt op ‘t Handel. Tot in de jaren ‘80 van de vorige eeuw lag daar een overlaat die water uit de Kluinweides richting de viskwekerijen leidde. De beek snijdt aan de noordzijde de zandige hoogte van ‘t Handel aan, ontwatert de lage gronden rondom ‘t Handel en wordt tenslotte opgeleid om de visvijvers te kunnen vullen.

De visvijvers (Visvijvers Kievitsveld) dateren uit begin 20 eeuw. In 1905 bedraagt de oppervlakte 25 hectare. De viskweek eindigt in 1971, wanneer de zoetwatervisserij van de Heidemaatschappij tot opheffing komt. Momenteel wordt het terrein als natuurgebied beheerd. Aan de ligging, de inrichting met diverse kunstwerken, zoals een verdeelwerk langs de voormalige spoorlijn, en het opgeleid gedeelte tot aan de visvijvers is te zien hoe men het watersysteem vergaand aanpaste aan de economische behoefte. Het is wat betreft inrichting daardoor vooral een functionele beek, met weinig ruimte voor ecologische processen. Ook bij de visvijvers is dit het geval. Daar stroomt het water via een ondergronds buizenstelsel de visvijvers in. Vanuit daar voert het water via afvoerbuizen en een sloot langs de Viskweekweg terug naar de Smallertse Beek.

Oude lopen/recente wijzigingen

Niet lang geleden legde Waterschap Vallei en Veluwe een cascadestuw aan in het opgeleide deel van de Handelse Beek, juist voordat het in de ondergrondse buizenstelsel stroomt. Hierdoor stroomt een deel van het water al vroegtijdig naar het Smallertse beeksysteem.

In 2021 kwam het inrichtingsplan Emst-Achterhegge tot stand. De beekloop behield haar ligging, maar kwam als een opgeleide loop boven het maaiveld te liggen. Op de aangrenzende gronden vond grootschalige natuurontwikkeling plaats. Rijke akkers en graslanden werden omgevormd tot vochtig schraalland, de bovenlaag afgeplagd en hydrologische voorzieningen genomen die de natuurontwikkeling ondersteunen.  

 

Toegankelijkheid

Er loopt geen wandelpad langs de beek, zodat de loop niet te voet te volgen is. Het voormalige verdeelwerk dat langs de oude spoorlijn Apeldoorn-Zwolle ligt, is vanaf het fietspad goed te zien. Op de voormalige viskwekerij lukt dat beter…..alleen ligt de beek hier ondergronds. Maar wellicht lukt het om de in- en uitstroompunten bij de vijvers te ontdekken. De voormalige visvijvers zijn jaarrond een bezoek waard.

Meer info

De onbekende ‘Handelse Beek’, H. Slijkhuis, R. Harleman in De Wijerd, 40e jaargang, september 2019.

 

Smallertse Beek

Algemeen

De Smallertse Beek is één van de drie beken van het  stelsel van de Emster beken. Het is een omvangrijk stelsel met in totaal zes kwelbeken, die ieder voor zich een deelgebied ontwateren, een molenbeek en twee molenbeken (zonder wijerds). Benedenstrooms ligt nog een waterloop, twee zandontgravingen (plassen) met twee omleidingen. Het gehele beeksysteem ligt in Emst, op de Noordoost Veluwe.

De Smallertse Beek is bijzonder vanwege de forse omvang van het stelsel en de specifieke ligging en karakter met kwelrijke laagten in plaats van  sprengkoppen. 

De naam van het stelsel komt voort uit de molenplaats ‘t Smallert. Er zijn geen synoniemen in omloop. Veel beeklopen dragen geen naam. In de BAV heeft de Bekenstichting ze vernoemd naar de laagte waaruit zij voortkomen.  Het stelsel dateert waarschijnlijk uit de 17e eeuw. Van de oudst bekende molen staat het jaartal 1675/1680 vermeld.

Beschrijving van het Beekstelsel

Zes beeklopen vormen gezamenlijk de toevoer van de Smallertse Beek. Ze vinden alle hun oorsprong in smalle slootjes en kwelplekken in en tussen weilanden en natuurterreinen van evenzoveel dekzandlaagten. Twee ervan vormen de bovenlopen. De zuidelijke tak (zijtak Pollense veen) ontwatert het Pollense veen, een kleinschalig gebied met vochtige natuurlanden; de noordelijke tak (zijtak Steenderbult) tussen agrarische percelen van de Steenderbult. Het zijn smalle stromen, met kwelrijke oevers en een grindrijke bodem.

Bij de samenkomst van beide lopen werd in de jaren ‘90 een omvangrijk retentiegebied aangelegd.  Het was in eerste instantie een maatregel van Waterschap Veluwe om wateroverlast stroomafwaarts  tegen te gaan en als stapsteen van een ecologische verbindingszone langs de beek. Veelvuldige wateroverlast in het gebied Achterenk noopte het Waterschap Veluwe in de jaren ’90 tot de aanleg van waterretenties, waarvan er diverse te vinden zijn langs de beeklopen. Bij Schaveren (= schaapvoorde; voorde = doorwaadbare plaats), was in vroegere tijd een doorwaadbare plaats in de beek. Nog steeds treedt in natte periode wateroverlast op in dit bovenstroomse deel, maar in de huidige zomers staat de beekloop steeds vaker en langer droog.

Dit verandert wanneer de twee middelste beeklopen uit het kwelgebied Hanendorp (zijtak Hanendorp) en Bloemendaal (zijtak Bloemendaal)  zich bij de middenloop voegen. Deze voeren jaarrond veel water. Vooral de loop uit het Bloemendaal is fraai met helder, grindrijk water en waar nog forse pakketten bronkruid in de loop groeit. Aan het eind van de beekloop stond de Jan Suijthofs Papiermolen. Deze is gebouwd in 1675. Uit 1680 is er een papiermaker bekend. De molen heeft een kommerrijk bestaan en verdween in de 18e eeuw van het toneel. 

Meer succes had de dubbele papiermolen die de heren van de Cannenburch in 1693 ten zuiden van Emst, op de loop van de beek lieten zetten: de Smallertse Molens. Twee molenraden draaiden op het beekwater. Een van de molens verdween na  een brand in 1855, de andere werd na 1874 omgebouwd tot korenmolen. Het water kwam daarvoor ook nog uit twee zuidelijker kwelgebieden, namelijk die van de Kiefkamp (Smallertse beek, zijtak Kiefkamp) en uit de ‘Kluunweides’ (Smallertse beek, zijtak Kuinweide). Deze laatste is met het nodige graafwerk vanuit het stroomgebied van de Nijmolense Beek omgeleid naar de Smallertse Beek. De molenplaats kon daardoor gebruik maken van zes kwelgebieden!  In 1910 kocht de Nederlandse Heide Maatschappij de kopermolen die er een forellenkwekerij begon. Toen, maar ook nu nog, hoewel veel minder dan in het verleden, is het beekwater noodzakelijk. Het recreatieobject ’t Smallert, waarin zich de huidige forellenkwekerij bevindt, draait voor een belangrijk deel op beekwater. Van de oude viskwekerijen van de Nederlandse Heide Maatschappij resteert langs de Smallertse Beek niets meer; de activiteiten verplaatsten zich begin 1900 naar de Nijmolense (en later) de Handelse Beek, waar nu nog de restanten te vinden zijn.

De enige watergang (watergang Achterdorp)  ontwatert ten zuiden van Emst het kleine, maar natte gebied rond de Gelderse Tuin en de Dwarsweg. Tevens is de hemelwater-overstort van Emst op de watergang aangesloten. Het stroomt benedenstrooms van de Smallertse Molens in de benendenloop, die daarna onbelemmerd verder stroomt richting het Apeldoorns kanaal. Tenminste, zo was het voordat de zandafgraving bij het Kievitsveld de benedenloop vergroef. Beekwater, met de overstort van de riolering uit Emst, stroomde met enige regelmaat de Smallertse plas in. Aan deze ongewenste situatie kwam een einde door twee omleidingen (omleidingen Kievitsveld). Van de voormalige beekloop is de  bedding nog terug te vinden. Die ligt tussen de twee recreatievelden in. Het beeksysteem eindigt tenslotte als de benedenloop via een vroegere bedding middels een stuw en verdeelwerk in de Grift (voorheen in het Apeldoorns kanaal) stroomt.

Oude lopen/recente wijzigingen

De Smallertse Beek tussen Staverden en het dorp Emst is in de  jaren 50 van de vorige eeuw licht gewijzigd. Ook de andere zijtakken wijzigden enigszins in die periode, zoals de Kluunweides, maar ook later bij de Hanendorp in de jaren ’80. Of meer recentelijk een omleiding langs de Bloemendaalseweg. In het benedenstroomse deel zijn de wijzingen forser. De eerste omleiding rond de Nijmolense plas dateert van halverwege de jaren 80, vervolgens in 2005  de tweede omleiding langs de viskweekweg. Waarbij de historische loop buiten gebruik werd gesteld. 

Toegankelijkheid

Het beeksysteem is maar mondjesmaat beleefbaar. Dit komt door de ligging van de tussen agrarische percelen en (vooral) niet toegankelijke kwetsbare natte hooilanden van Stichting Gelders Landschap. Enigszins een beeld van de beeklopen en de waterretenties verkrijgt men langs de Oranjeweg/Pollenseweg, waar in 2022 een informatiebord is geplaatst. Hetzelfde is het geval bij recreatiegebied ‘t Smallert waar de aanwezige waterval de plaats aan van de voormalige Smallertse Molens aanduidt en waar men kan meemaken hoe de forellenkweek in zijn werk gaat. Tenslotte zijn tussen de ligweides van het Kievitsveld de restanten van de oude loop terug te vinden zijn.

Meer info

In de Wijerd nr 1, jaargang 41, van maart 2020 is een artikel opgenomen over de molenplaats in de Bloemendaal, genaamd de Suijthofmolen of de Westerbroekermolen. Dit is ook te vinden op de website www.degeschjiedenisvanemst.nl, waar tevens een uitgebreid artikel te lezen is over de viskwekerijen, genaamd Viskweken tussen Vaassen en Emst.

Wil men zich goed oriënteren op dit beeksysteem, dan is de fietsroute Emster Bekenpad een aanrader. Deze uitgave van de Bekenstichting door Henry Slijkhuis beschrijft het gehele beeksysteem uitvoerig en geeft achtergronden en bijzonderheden over de geschiedenis van het beekstelsel en het omliggende gebied.

 

Herstelde waterval bij voormalige molenplaats van de Smallertse molens
Smallertse Beek
Smallertse Plas in recreatiegebied Kievitsveld
Het patroon van de vroegere raatakkers

Prehistorisch akkercomplex                         top

Ten zuiden van de Pollenseveenweg, een zijweg van de Veldweg, ligt een prehistorisch akkercomplex. Dergelijke complexen worden raatakkers of ‘celtic fields’ genoemd. Het totale complex van aarden walletjes is ruim 16 hectare groot. De akkers hebben een afmeting van ca. 35 tot 40 meter in het vierkant.

Overeenkomsttop

Op 13 september 1693 begaf de Hoogwelgeboren mevrouw Douairière van Isendoorn tot de Cannenburgch zich met haar koets naar het huis van Jan Brouwer aan de Emster Enk. Daar vergaderde het boerrecht van de Emster Enk over ‘het graven en aanleggen van papiermolens’ (het ging over de Smallertse Molens). De douairière kwam voor die molens vragen of ze naar water mocht graven en het water naar die molens leiden. Er was een voorafgaand gesprek en de uitkomst was dat het boerrecht de Hoogwelgeborene geen strobreed in de weg zou leggen (‘bekroedigen nog bespieren’). Met de uitkomst werd de douairière gelukgewenst. Het boerrecht stelde wel een voorwaarde. Geld hoefden ze niet voor de vergunning; wel een ‘tractament’, een vergoeding in natura, zodat de douairière nog dezelfde avond enige tonnen bier uit haar kelder liet bezorgen… Precies 20 jaar later werd deze mondelinge overeenkomst alsnog vastgelegd in de vorm van een verklaring van twee getuigen. Die bevindt zich in het archief van de Cannenburch (Rijks Archief Gelderland, Arnhem).
In dit verhaal is de vrouwe van de Cannenburgch in 1693 geen douairière, maar Margaretha van Reede, echtgenote van Johan Hendrik van Isendoorn.

Dit verhaal geeft een beeld van de juridische verhoudingen in die tijd. Het boerrecht, een soort mark, besliste over het gebruik van de ‘gemene gronden’ en de vrouwe van de Cannenburgch moest beleefd om toestemming vragen voor het graven van een beek. De verklaring is een van de weinige gevallen waarin het graven van een sprengenbeek is vastgelegd. Maar waar er nu precies gegraven werd, is niet duidelijk. Stroomopwaarts lag op de Smallertse Beek de molen bij Schaveren. In de stukken wordt die molen gesitueerd ‘tussen de onderbeek en de Verloren Beek in de buurschap Emst aan het Westerbroek’. De tegenwoordige twee takken van de Smallertse Beek bovenstrooms van Schaveren zijn pas in de 19e eeuw gegraven. Beneden Schaveren maar boven de Smallertse Molens wordt de Smallertse Beek gevoed door een aantal, flink water leverende, maar duidelijk gegraven kwelbeekjes. Misschien dat de douairière die heeft laten graven?