Eper beken

Verloren Beek  Open in Beken Atlas Veluwe
Verloren Beek- middelste tak  Open in Beken Atlas Veluwe
Verloren beek- noordelijke tak  Open in Beken Atlas Veluwe
Dorpse Beek bij Epe  Open in Beken Atlas Veluwe
Klaarbeek  Open in Beken Atlas Veluwe
Paalbeek  Open in Beken Atlas Veluwe
Tongerense Beek  Open in Beken Atlas Veluwe
Vlasbeek  Open in Beken Atlas Veluwe
Witte Beek  Open in Beken Atlas Veluwe



Deze tekst is in onderhoud (okt 2023)

Algemeen

Waterschap Vallei en Veluwe heeft allerlei maatregelen voorzien en deels uitgevoerd voor de beken en gebieden in haar beheergebied teneinde naast verbetering van de ecologische kwaliteit ook de invloed van zowel droogte als wateroverlast te beperken. Zie voor gedetailleerde gebiedsopgaven het BOP 2022-2027. Om de waterkwaliteit te laten voldoen aan de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) en droogte te bestrijden, moet de snelle afstroom van water worden tegen gegaan, water langer worden vastgehouden in de haarvaten en de uitspoeling van nutriënten naar het oppervlaktewater verminderd worden. Verder moet u denken aan het Waterinclusief maken van bestaand stedelijk gebied en flankdorpen en inzet op waterbewustzijn en waterbeleving.

Er is een plan in voorbereiding door Provincie Gelderland in samenwerking met het waterschap om in Natura2000 gebieden maatregelen te nemen ten behoeve van het ecologisch herstel bij de beken behorend tot het Klaarbeeksysteem en de Verloren beek. U moet denken aan een optimalisatie van het hydrologisch systeem en maatregelen ter bescherming van specifieke Habitattypen, zoals bijv. de rivierdonderpad, de beekprik en de ijsvogel. Dit plan is momenteel (2022) in voorbereiding.

Dorpse Beek – Klaarbeek – Verloren Beek

Dorpse Beek

Algemeen

De Dorpse Beek is één van de drie beken van het cluster Eperbeken. Het is een kwelbeek, bestaande uit één beekloop, zonder molenplaatsen. Het beekstelsel ligt in Epe, op de Noordoost-Veluwe. 

Een Dorpse Beek is een beek zonder specifieke betekenis. De naam van de Dorpse Beek is ontleend aan de ligging van de loop door de dorpskern van Epe. Er zijn geen synoniemen bekend.

Waarschijnlijk is de vergraving van de Vlasbeek in 1615 de oorzaak voor het ontstaan van een Dorpse Beek, die vanaf dat moment de afwateringsfunctie van de laaggelegen gronden richting Epe voor haar rekening nam. Het vermoeden bestaat dat de beekloop deels vergraven is ten behoeve van het huis Quickborn in Epe. 

Beschrijving van het beekstelsel

De bovenloop van de beek (Dorpse Beek) ontspringt als een typische kwelbeek. Het watert een deel van het Tongerense Veen af in oostelijke richting, onder de opgeleide Vlasbeek door en snijdt door een wat hogere zandrug ter hoogte van het landgoed Kolthoven. 

De middenloop van de Dorpse Beek stroomt langs de noordzijde van het beekdal naar het dorp Epe en kruist daarbij een dekzandrug om in een noordelijker gelegen dalvormige laagte uit te komen. Waarom en wanneer die omlegging heeft plaats gehad is niet duidelijk. Een karakteristiek begeleider van de middenloop is de Adderwortel, een opvallend bloeiende plant die op een aantal plaatsen langs de beek voorkomt. Een ander, maar veel minder wenselijk karakteristiek is de droogval. Het kwelgebied voedt de beek permanent en in perioden van veel neerslag werkt de beek als een laaglandbeek, maar in de meeste zomers verliest het contact met het grondwater en valt droog. Het droogvallen, al eeuwen een probleem, is alleen te verhelpen door de bedding  met leem te bekleden.  In vroegere jaren gebeurde ook het tegenovergestelde en placht de beek een aantal straten in het centrum van Epe blank te zetten. Dit euvel behoort tot het verleden: de onder andere langs de Tongerense weg. Hier heeft de beek ook een verbindingssloot richting de Klaarbeek. 

In 2014 is een klein gedeelte van de middenloop, die langs de Beekstraat liep, omgelegd omwille van de verkeersveiligheid. Nu voedt de beek de vijver(s) in het Beekpark en verdwijnt na het park in een overkluizing. De beek voedde in het verleden de ‘slotgracht’ van huize De Quickborn, een soort havezate in het centrum van Epe. Er is vaak gedacht dat in het centrum van Epe een watermolen stond. Die gedachte stoelde op een prent van Jacobus Stellingwerff met het opschrift ‘Eepe 1662’. Deze prent toont een watermolen met twee onderslagraderen en dit is –afgezien van andere details die niet kloppen– ondenkbaar op de Dorpse Beek. 

Voorbij het dorp, bij de Zuukerweg, komt de beek weer uit de overkluizing te voorschijn. Het heeft het karakter van een benedenloop, zodra de afvoer van de waterzuivering zich bij de beek voegt. Het is een genormaliseerd profiel met een forse dimensionering. Vanaf hier stroomt het zonder belemmeringen in oostelijke richting en komt tenslotte in de Grift uit. 

Dorpse Beek
Vlasbeek kruist Dorpse Beek bij de Rouwenhofweg
Tekening van Jacobus Stellingwerff uit 1662

Oude lopen/recente wijzigingen 

De dorpsuitbreidingen aan de oostzijde van Epe, de aanleg van de snelweg A50 met bijbehorende afritten en de rioolwaterzuivering zijn erg van invloed geweest op de loop en verschijningsvorm van de benedenloop van de beek die op meerdere locaties werd omgelegd. De oude lopen zijn in het veld terug te vinden, zoals langs de Oude Oenerweg.

Toegankelijkheid 

De Dorpse Beek is alleen te volgen over delen waar het langs openbare wegen stroomt en dan met name in het middenstroomse deel. Ook in de bebouwde kom is dit het geval. Het centrumgebied is echter overkluisd, maar hopelijk kan dat in de komende jaren gaan wijzigen. In ieder geval overweegt anno 2023 de gemeente de haalbaarheid ervan hetgeen een impuls voor de beleving en uitstraling van het dorp Epe zal betekenen.

Meer info

Specifiek over de Dorpse Beek is weinig geschreven, maar voor wie alle beken van het cluster in het veld wil bekijken, raden we in de serie ‘Verder op pad langs stromend water’  het Bekenpad Epe aan uit 2017. Het is verkrijgbaar bij de plaatselijke boekhandels of te bestellen bij de Bekenstichting. Het is een gids met 87 pagina’s met route-beschrijvingen, flora en fauna en veel cultuurhistorische informatie.

 

Klaarbeek (inclusief Witte beek, Tongerense Beek, Vlasbeek, Paalbeek)

Algemeen

De Klaarbeek is één van de drie beken in het cluster Eperbeken. Het is een combinatie van een sprengenbeek- en kwelbeek. Het stelsel van de Klaarbeek is complex. Het bestaat uit vier afzonderlijke sprengen c.q. kwelbeken, ieder met een eigen beeknaam (Witte Beek, Tongerense Beek, Vlasbeek en Paalbeek). Daarnaast heeft de Klaarbeek een eigen bovenloop. Het stelsel heeft maar liefst zes molenplaatsen en één wijerd. Er zijn geen andere waterlopen gekoppeld aan het beeksysteem. Het stelsel ligt in Epe, op de Noordoost-Veluwe. 

Het uitgebreide beekstelsel heeft veel cultuurhistorische waarden door meerdere beekdalkruisingen en  bijzondere de molenplaatsen. De toekomst van het beeksysteem is onzeker. Watertekort, natuurontwikkeling, aantastingen en verval (droogval), evenals de infrastructurele en dorpsuitbreidingen, verg(d)en hun tol. In dit opzicht weerspiegelt het stelsel van de Klaarbeek de problematiek van veel sprengenbeken.

Onbekend is hoe de Klaarbeek aan haar naam komt; mogelijk van een klooster die in het Ampt Epe stond. Ook bij de andere beeknamen blijft het gissen. De Vlasbeek –vroeger ook wel Koekenbergse Beek, Flesbeek, Vlesbeek, zal duiden op fles/vles, synoniem voor plas . De Witte Beek dankt mogelijk haar naam mogelijk aan de witte neerslag die soms op de bodem te zien was. De Tongerense Beek dankt haar naam aan het brongebied Tongeren. De herkomst van de naam Paalbeek is onbekend.

Datering van het stelsel is lastig. Het huidige stelsel met de dalkruising van de Vlasbeek, krijgt vorm aan het begin van de 17e eeuw, wanneer de molenplaatsen worden opgericht, zoals de Wisselse Papiermolen in 1615 (de eerste papiermolen in Epe). Echter, de molens in het stroomafwaartse deel zijn van oudere datum (1539, 1553 en 1580);. Van de Tongerense Beek  is bekend dat deze tussen 1710 en 1715 werd gegraven.

Beschrijving van het beekstelsel

De Vlasbeek (Vlasbeek), de meest noordelijke beekloop, is gelegen ten noorden van het Tongerense Veen. Misschien is de bovenloop, een natuurlijk ogende spreng, van oorsprong de beek die het achterliggende Tongerense Veen afwaterde. Het heeft twee bovenlopen: een sprengenloop en een kwelbeek. De oorspronkelijke beekloop met sprengenkop is verdroogd en in de loop der jaren geheel verland; de huidige sprengenkop is daardoor naar het oosten verschoven. De kwelbeek met bijbehorende perceelsloten, maar ook kwel in de beekloop zelf, zorgen voor veel toevoer van kwelwater vanuit de weidepercelen van Landgoed Tongeren. De bovenloop heeft daardoor voldoende water. Dit wordt opgeleid om de laagte van het Tongerense Veen te kruisen – een van de weinige voorbeelden van een dalkruising en ook de langste van de Veluwe. Deze situatie stamt waarschijnlijk uit de periode rond 1600 met de oprichting van één van de molens. Ná de dalkruising mondt de Vlasbeek uit in de Paalbeek. 

Vlasbeek
Dalkruising van de Vlasbeek

De Paalbeek (Paalbeek) ontspringt als een enkelvoudige sprengenkop in een weideperceel langs de Koeweg; de beek wordt langs de zuidrand van het beekdal geleid. De kop levert maar een geringe hoeveelheid water, maar langs de gehele loop wint de beek aan water door kwelplekken en kwelrijke oeverstroken, om dat verder stroomafwaarts weer te verliezen in het opgeleide gedeelte. Hier valt de beek droog, ondanks de toevoer van water van zwel de Paal- als de Vlasbeek.

De Witte Beek (Witte Beek) is een ‘verloren’ zijloop van de Tongerense Beek. Het is een enkelvoudige sprengenkop, waarvan de sprengenloop in 2014 werd gedempt teneinde een vernatting van het natuurgebied langs de Boerweg te bewerkstelligen. De beek leverde helder, rodolmvrij water, blijkbaar met een witte neerslag die soms op de bodem te zien was. De sprengenkop zelf bleef behouden, maar ligt als een verdiept, geïsoleerd relict temidden van de nieuwe natuur. De maatregel leidde ertoe dat de Tongerense beek minder water voert, hetgeen weer invloed heeft op de watervoerendheid van de Klaarbeek.

De Tongerense Beek (Tongerense Beek) is –als we de Witte Beek niet meer meerekenen– een echte kwelbeek, met een diffuus begin tussen weidepercelen en houtsingels van Landgoed Tongeren. Het meest stroomopwaarts gelegen stukje beekwal heeft een mooie begroeiing van vooral hulstbomen. Het beekprofiel kent enkele bijzondere delen, met natuurlijk profiel, kwelafhankelijke vegetaties en zware elzenbomen. Verder stroomafwaarts is de beekloop langs de noordrand van het Wisselse Veen opgeleid tot aan de meest stroomopwaarts gelegen molenplaats, passend genaamd Achterste Molen. Een waterval is het enige dat resteert van deze papiermolen en in latere tijd wasserij…een flinke bodemvervuiling. Voor dit laatste vond in 2004 een bodemsanering plaats; werd de oever en bodem opgeschoond én opnieuw beleemd. Dat was nodig want direct na de Achterste Molen is de beek wederom opgeleid…deze keer om een dekzandhoogte te doorsnijden. Vervolgens mondt de Tongerense Beek, bij het landgoed Waayenberg, uit in de opgeleide Paalbeek. Een knap staaltje van vroegere engineering!

De gezamenlijke hoeveelheid water was voldoende om in het buurtschap Wissel meerdere molens gaande te houden, de Wisselse Papiermolens, twee molens vlak naast elkaar, en even stroomafwaarts de Wisselse Korenmolen. Van de eerste resteert nog de molenplaats zelf met het opgeleide deel en waterval; de waterrad diende tot ver in de 20e eeuw nog voor de wasserij. Van de tweede is de molenlocatie te herkennen aan een cascadestuw die het hoogteverschil tussen boven- en onderbeek opvangt. Deze vispassage dateert uit de jaren ‘90 van de vorige eeuw; één van de eerste die het waterschap realiseerde in het kader van ecologische beekherstel. Na de voormalige Wisselse Korenmolen wordt de beek Klaarbeek genoemd.

Cascade bij de voormalige Wisselse Korenmolen
Klaarbeek in de winter

De Klaarbeek (Klaarbeek) , de gezamenlijk loop van het stelsel heeft een eigen bovenloop. Dit is waarschijnlijk de oorspronkelijke kwelbeek van het beekdal van het Tongerense Veen. In ieder geval; stroomt het grofweg midden in de dekzandlaagte en levert jaarrond, rodolmrijk kwelwater vanuit de laaggelegen natuurpercelen en weidegronden van het vroegere Tongerense Veen. De bovenloop kruist de Vlasbeek onderlangs via een kleine duiker, maar dat is op de BekenAtlasVeluwe niet meer als beekloop aangegeven. Vanaf daar ligt de bedding min of meer ingeklemd tussen de kadastrale perceelsgrenzen, enkele natuurpercelen uitgezonderd.

De middenloop van de Klaarbeek begint op het moment dat het water van de Paalbeek in de beek uitmondt. De beek is daarna sterk vergraven door de aanleg van ontsluitingswegen, de verbindingsweg Epe-Nunspeet (N309), de tunnel/toegangsweg bij de Burgerenk en de Hoofdstraat te Epe. Het vroegere tracé van de loop is echter in stand gebleven, evenals het opgeleide gedeelte ter hoogte van de woonwijk Klaarbeek. De opleiding stroomt een langs de Hoofdstraat en de Eperweg naar de wijerd en de Kopermolen in Zuuk (Rosendaels molen), een bijzonder waardevolle molenplaats met een min of meer in tact zijnde molen. Beek en wijerd (in de vorm van een verbrede beekloop) zijn helaas in slechte staat en de goot en het waterrad volledig vervallen (in 1975 gerestaureerd!) door de langdurige droogval, aantastingen en het achterwege blijven van onderhoud/herstelmaatregelen. De Bekenstichting maakt zich sterk voor herstel van deze unieke locatie. Het opgeleide deel van de Kopermolen heeft twee aflaten, beide komen uit op de Verloren Beek. Het gaat om een ‘overstort’ nabij de Eperweg en een verlaatsloot aan het begin van de wijerd. De eerste is omgebouwd tot een vispasseerbare stuw; de tweede voert naast het kwel- en lekwater af. Kwelwater uit de vochtige weidepercelen langs de beek, lekwater uit de door dassen geperforeerde opgeleide beek.

Daarna wordt de Klaarbeek in de omgeving van de Gelriaweg opnieuw opgeleid, nu voor de voormalige Korenmolen in Zuuk en de Zuuker Korenmolen. Van de laatste rest aan de zuidkant van de beek nog de locatie en het verval. Op historische kaarten is te zien dat beide molenplaatsen voorzien waren van een wijerd. Die zijn verdwenen. Aan de noordkant van de beekloop staan de gebouwen van de Veluwse Machine Industrie (VMI). Dit bedrijf heeft ter gelegenheid van het 45jarig, respectievelijk 55-jarig bestaan in 1990 en 2000 de beide waterraderen in de beek hersteld. De langdurige droogval van de afgelopen jaren eist echter ook hier z’n tol.

Vlak voor de snelweg A50 verenigt de Klaarbeek zich met de Verloren beek en stromen ze als een gezamenlijke benedenloop onder de snelweg door en voeden de nieuwe waterbekkens van Vitens. Deze kwam aanvankelijk uit in de Grift, maar wordt via een aquaduct over de Grift gevoerd om het Apeldoorns Kanaal van water te voorzien. Deze situatie is later weer aangepast en nu voedt de beek een aantal waterbekkens van Vitens. De verbinding met de Grift is hersteld.

Oude lopen/recente wijzigingen

Op de BekenAtlasVeluwe is de verloren Witte Beek ingetekend (waarvan de sprengkop nog resteert). Behalve deze en de bovengenoemde aanpassingen bij Epe is de vroegere loop in stand gebleven. Het benedenstroomse deel wijzigde echter wel, eerst in de jaren ‘80 bij de aanleg van de snelweg A50 en vervolgens in de afgelopen decennia met de aanleg van het waterretentiegebied van Vitens. Deze laatste ingreep was fors van omvang, maar liet de (in de jaren ‘80 verlegde) beekloop in stand.

Toegankelijkheid

Delen van de bovenlopen van het beekstelsel kan men op Landgoed Tongeren al wandelend bezichtigen; de middenloop is minder goed toegankelijk, uitgezonderd de beekloop in de woonwijk Klaarbeek, waar ruimte is gemaakt voor beleving en natuurstroken. Van alle molenplaatsen is de locatie van de Zuuker Korenmolen aan de Gelriaweg het beste zichtbaar waar goed zicht is op de (droogstaande) waterraden en de (lege) beekloop.

Meer info

De Klaarbeek staat centraal in een uitgave van Zorgcentrum Klaarbeek uit 1999, door J. Meijer en H. Menke, met een beschrijving van het ontstaan, het functioneren en de bijzonderheden van het beekstelsel. 

Landgoed Tongeren met haar beken staat centraal in een artikel van Henri Slijkhuis uit de Wijerd van 2014, genaamd. Landgoed Tongeren verbindt het heden met het verleden. Deze is op de site van de bekenstichting te vinden.

Voor wie het beekstelsel in het veld wil bekijken, raden we in de serie ‘Verder op pad langs stromend water’ het Bekenpad Epe aan uit 2017. Het is verkrijgbaar bij de plaatselijke boekhandels of te bestellen bij de Bekenstichting. Het is een gids met 87 pagina’s met route-beschrijvingen, flora en fauna en veel cultuurhistorie.

Aan de herinneringen van Janna Rodijk-Heering aan haar oom, de laatste molenaar op de Kopermolen in Zuuk, wijden J.W. van der Straaten en H. Slijkhuis een artikel op de website van de Bekenstichting.

Meer over het infiltratieproject Vitens

De periode dat het grondwater van de Veluwe ongelimiteerd voor handen was, is voorbij. Het drinkwaterpompstation Epe is eind van de jaren 50 van de 20e eeuw gebouwd ten behoeve van de drinkwatervoorziening van Hattem tot Vaassen. Voor deze winning is een vergunning om jaarlijks 6 miljoen m3 water uit de bodem te mogen onttrekken. Hiervan wordt 4,3 miljoen m3 daadwerkelijke geleverd. Deze winning heeft geleid tot verdrogingverschijnselen in de lager gelegen omgeving en tot verminderde afvoer van beken. Besloten is dan ook om het verlies aan grondwater en daarmee de daling van het grondwaterpeil te compenseren met toevoer van beekwater uit de Klaarbeek en de Verloren beek. Dit tot een maximum van 2,2 miljoen m3 per jaar in de maanden oktober tot en met maart. In 2015 is een opvangbekken gerealiseerd door Vitens nabij de Zuukerbrug over het Apeldoorns kanaal. Dit project is in samenwerking met het Waterschap Vallei en Veluwe uitgevoerd samen met de herinrichting van de Grift. Het beekwater wordt van hieruit via een leidingenstelsel naar infiltratiebekkens in de stuwwal, bovenstrooms van het pompstation, gepompt. Daarbij is geen tussentijdse waterzuivering nodig. Wel passeert het water aan de Dellenweg te Epe een bezinkvijver. Ten gevolge van deze watertoevoer vermindert de oorspronkelijke grondwateronttrekking. Dit lukte in de eerste jaren maar moeizaam…soms eigenlijk ook niet. Onvoldoende aanvoer van water door de Grift en de Klaarbeek(!), droogte en technische mankementen waren de oorzaak, maar aanpassingen aan de inrichting in 2019/2020 brachten verbeteringen. Deze verbeteringen waren tevens aanleiding om de vispassage in de Klaarbeek aan te leggen. 

Opslagvijver nabij de Hertenkamp aan de Dellenweg
Infiltratieplassen aan de Koekenbergweg

Verloren Beek

Algemeen

De Verloren Beek is één van de drie beken van het cluster Eperbeken. De beek bestaat uit één beekloop met twee extra bovenlopen, zonder molenplaatsen. Er behoort één waterloop tot het beekstelsel. De Verloren Beek ligt aan de zuidzijde van Epe, op de Noordoost-Veluwe.

Een min of meer natuurlijke beek (voor Nederlandse begrippen althans) en van hoge natuurwetenschappelijke betekenis, enerzijds vanwege het brongebied Wisselse Veen, een doorstroommoeras met een zeer waardevolle vegetatie, en anderzijds vanwege de natuurlijke vispopulatie, waaronder Elrits.

De naam wekt vraagtekens op…en er zijn meerder ‘verloren’ beken op de Veluwe, waarschijnlijk omdat op de beek nooit molens zijn gebouwd. Economisch gezien was deze beek dus ‘verloren’. Een andere verklaring kan zijn dat in het noordwestelijk deel bij het graven van de Tongerense Beek een gedeelte van de (natuurlijke) bovenloop verloren ging. Een ander aspect bij de naamgeving is dat de bovenlopen onbenoemd zijn gebleven; de Bekenstichting duidt ze aan wel afzonderlijk aan met ’noordelijke’ en ‘middelste’ loop.

Verloren Beek
Gagel aan de Verloren Beek
Winter in het Wisselse veen

Beschrijving van het beekstelsel

Het beekstelsel heeft drie bovenlopen. De noordelijkste bovenloop (Verloren Beek – noordelijke loop) vindt haar oorsprong in de laagte op Landgoed Tongeren. Hier treedt kwelwater uit de ondergrond dat zich in een laagte verzameld bij de Boerweg en vervolgens als beekloop verder stroomt. Het wint veel kwelwater in het natte gebied. De middelste bovenloop (Verloren Beek – middelste loop) is de smalste van de drie. Het ontwatert een klein aantal, laag gelegen weilanden en natuurpercelen. De meeste toevoer van water komt van de zuidelijkste bovenloop (Verloren Beek), namelijk die uit het Wisselse Veen, het omvangrijk natuurterrein van het Geldersch Landschap & Kasteelen dat is ingericht als doorstroommoeras. Dit loop wordt als de hoofdbeek beschouwd. Sinds de aanleg in 1993 groeide het Wisselse Veen al snel uit tot een ware schatkamers aan bijzondere soorten. Door ontginning, ontwatering en een verdere cultivering in de jaren 50 van de 20e eeuw, ging deze flora vrijwel geheel verloren. Dit werd hersteld door de bovenlaag af te plagen en de perceelsloten te dempen. Er ontwikkelen zich veengroei en er ontstonden moerasjes. Kwel- en regenwater zoekt zelf z’n weg door het gebied en verzamelt zich in een laagte die het begin van de Verloren Beek vormt.

De middenloop ligt in een gebied met veel landbouwpercelen, boerderijen en particuliere woningen. Hier en daar resteren nog enkele bochtige trajecten, waar de beek tussen beplantingen stroomt, maar veel delen hebben een rechte, strakke bedding. Het natuurlijke karakter komt nog het meest tot uiting in het ontbreken van belemmeringen, zodat de beek over de gehele lengte z’n stroming behoud (uitgezonderd de cascadestuw nabij het oostelijke deel van de Papenstraat). Dit maakt dat zich in de Verloren Beek een soortenrijke vispopulatie heeft kunnen ontwikkelen en handhaven. Rivierdonderpad, Bermpje en Beekprik komen er voor en als grote bijzonderheid de Elrits. De Verloren Beek is de enige vindplaats buiten Zuid-Limburg. Het beekstelsel heeft daarnaast ook een fraaie vegetatie met verscheidene fonteinkruiden (o.a. Rossig en Duizendknoopfonteinkruid), bovenstrooms in de berm van een zandweg gagel, in het middenstroomse deel, langs de Papenstraat, forse groeiplekken met Bosanemoon en langs de middenloop langs het venige veldje aan de Woesterbergweg met een groeiplaats van Kleine valeriaan. Extreme droogte, in de zomer van 2018, leidde tot droogval van de middenloop. Dit had grote gevolgen voor de vispopulatie, die adequaat werd weggevangen en in de Grift uitgezet.

In de benedenloop, in het buurtschap Zuuk, verenigt de beek zich met de Klaarbeek. Via stuw en verdeelwerk voeden ze het nieuwe Vitens innamepunt bij de Zuukerbrug (2015). Dit water wordt middels een transportleiding gepompt naar de Vitens infiltratievijvers aan de Koekenbergweg. Via het verdeelwerk kan ook een deel van het water naar de Grift worden geleid.

De beekstelsel heeft één waterloop van enige betekenis. Dat is de waterloop die de omgeving van de Laarstraat ontwaterd. Op de locatie van de uitmonding is een brede aansluiting gemaakt en heeft de beek een vrij stromend profiel gekregen. Alleen dit laatste deel is op de BekenAtlasVeluwe aangegeven.

Oude lopen/recente wijzigingen

De ligging van de gezamenlijke benedenloop met de Klaarbeek is aangepast ten behoeve van de afrit van de snelweg A50. De nieuwe bedding ligt verdiept en heeft een strak vormgegeven, genormaliseerd profiel.

Toegankelijkheid

De Verloren Beek is maar beperkt toegankelijk. vanaf de openbare wegen vangt men op verschillende plekken tussen Emst en Epe een glimp op van de beek. Van de middenloop krijgt men een goede indruk langs de Papenstraat, maar uniek en goed te zien is de zuidelijke bovenloop bij het Wisselse Veen nabij de Boerweg. Daar kan men zien hoe het water uit het natuurgebied zich verzameld in een natuurlijke laagte vanwaaruit de beek wordt gevoegd.

Meer info

Over de droogval is door Henri Slijkhuis een artikel geschreven in de Wijerd nr. 4, Jaargang 39 van december 2018, genaamd ‘Hoe verloren is de Verloren Beek in Epe?’.

 

oktober 2023

Schaapskudde in het Wisselse Veen

Hieronder de oude tekst

De Verloren Beek
De Verloren Beek ontspringt als kwelbeek in het Wisselse Veen, deels eigendom van het Geldersch Landschap. In het noordwestelijk deel is bij het graven van de Tongerense Beek een gedeelte van de (natuurlijke) bovenloop van de Verloren Beek afgekoppeld ten behoeve van voeding van de Tongerense Beek. Misschien heeft deze onthoofding geleid tot de naam Verloren Beek. Een andere verklaring kan zijn dat op de beek nooit molens zijn gebouwd. Een aanvraag daartoe van omstreeks 1822 werd afgewezen wegens bezwaren van derden. Economisch gezien was deze beek  dus ‘verloren’.  Op een enkel stuwtje na ontbreken belemmeringen in de bedding, zodat de beek snel stroomt.

In het buurtschap Zuuk verenigt de beek zich met de Klaarbeek. Via stuw en verdeelwerk voeden ze het nieuwe Vitens innamepunt bij de Zuukbrug (2015). Dit water wordt middels een transportleiding gepompt naar de Vitens infiltratievijvers aan de Koekenbergweg. Via het verdeelwerk kan ook een deel van het water naar de Grift worden geleid.

Fauna en flora
De snelle, praktisch ononderbroken stroom, maakt dat zich in de Verloren Beek een soortenrijke vispopulatie heeft kunnen ontwikkelen en handhaven. Rivierdonderpad, bermpje en beekprik komen er voor en als grote bijzonderheid de elrits. De Verloren Beek is de enige vindplaats buiten Zuid-Limburg. Vooral de bovenloop kent bijzondere plantensoorten zoals verscheidene fonteinkruiden (o.a. rossig en duizendknoop-fonteinkruid) en een kranswiersoort. In de berm tussen de bovenloop en de aangrenzende zandweg is een van de rijkste groeiplaatsen van “gagel” te vinden.

Waar het beekje langs de Papenstraat loopt, ziet een van de oevers in april wit van de bloeiende bosanemoontjes: een herinnering aan de houtwal die hier lang geleden langs de beek groeide.

Winter in het Wisselse veen
Gagel aan de Verloren Beek
Verloren Beek

Herstel Wisselse Veen                                top
In het begin van de 20e eeuw was het Wisselse Veen een van de schatkamers van de Nederlandse wilde flora met planten als parnassia, vetblad, klokjesgentiaan en diverse orchideeënsoorten. Door ontginning en ontwatering en een hercultivering in de jaren 50 van de 20e eeuw, ging deze flora vrijwel geheel verloren. Door een in 1993 begonnen natuurherstelproject is het tij gekeerd.

Er ontwikkelen zich nu weer veentjes, moerasjes en schone, kronkelende stroompjes en beekjes met plantensoorten als zonnedauw, moeraswolfsklauw en blauwe zegge.

Schaapskudde in het Wisselse Veen

Het Klaarbeeksysteem                         top
Onder het klaarbeeksysteem vallen de volgende beken:
Witte Beek, Tongerense Beek, Vlasbeek, Paalbeek en Klaarbeek
Het Klaarbeeksysteem wordt gevoed door een aantal bovenlopen. Onder deze verzamelnaam vallen behalve de Tongerense Beek, ook de door een sprengkop gevoede Vlasbeek of Vlesbeek, de eveneens van een sprengkop voorziene Paalbeek en de Witte beek, die nu is gedempt, ook een spreng. De benedenloop van de Witte beek, die Klaarbeek heet, is ook onderdeel van het Klaarbeeksysteem. De Klaarbeek kwam aanvankelijk uit in de Grift, maar wordt nu via een aquaduct over de Grift gevoerd om het Apeldoorns Kanaal van water te voorzien. En verder voedt de Klaarbeek het nieuwe ontvangstbekken van Vitens, van waaruit het water weer wordt teruggepompt naar infiltratiegebieden bij Epe.

De meest noordelijke spreng is de Vlasbeek, gelegen ten noorden van het Tongerense Veen. Misschien is deze natuurlijk ogende spreng, van oorsprong een beekje dat het Tongerense Veen afwaterde. Nu wordt het water van de Vlasbeek echter opgeleid om de laagte van het Tongerense Veen te kruisen – een van de weinige voorbeelden van een dalkruising en ook de langste van de Veluwe. Of de Vlasbeek ooit gebruikt is voor het “roten” van vlas is niet bekend. In Twente gebeurde dat wel.

Vlasbeek

Het kan ook zijn dat de naam ontleend is aan ‘ vles’, een synoniem voor plas. Na de dalkruising mondt de Vlasbeek uit in de Paalbeek. De sprengkop van deze beek ligt ten westen van hotel-restaurant De Witte Berken; de beek wordt langs de zuidrand van het Tongerense Veen geleid. Bij het landgoed Waayenberg komen de Paalbeek en de Tongerense Beek samen. De Tongerense Beek heeft als kwelbeek een diffuus begin ten westen van het Wisselse Veen. In 2014 zijn aanpassingen uitgevoerd aan het begin van de Tongerense beek. Het meest stroomopwaarts gelegen stukje beekwal heeft een mooie begroeiing van vooral hulstbomen. De in ditzelfde gebied gegraven spreng aan de voet van de Tongerense Berg vergroot het debiet van de Tongerense Beek nog meer. Deze spreng heette de Witte Beek, blijkbaar naar de witte neerslag die soms op de bodem te zien was. De sprengkoppen van de Witte beek zijn echter in 2014 gedempt, teneinde een vernatting van het Wisselse gebied te bewerkstelligen. Ook de Tongerense beek zal hierdoor minder wateraanvoer hebben, hetgeen weer invloed heeft op de watervoerendheid van de Klaarbeek. De Tongerense Beek is verder langs de noordrand van het Wisselse Veen geleid en al snel opgeleid naar de meest stroomopwaarts gelegen voormalige molenplaats de Achterste Molen. Voorbij De Achterste Molen is de beek door een lage rug gegraven en loopt dan verder door de oostelijke voortzetting van het dal van Tongeren. De volgende opleiding is ten behoeve van de vroegere Wisselse Papiermolens. Daarvan rest alleen een waterval.

Na de voormalige Wisselse Korenmolen, waar nu nog een cascade of vistrap is, wordt de beek Klaarbeek genoemd. De bovenloop hiervan ontstaat in het laaggelegen gebied tussen de Dorpse Beek en de Paalbeek. Ter hoogte van het Zorgcentrum Klaarbeek wordt de beek opnieuw opgeleid en stroomt een stukje langs de Hoofdstraat en de Eperweg naar de voormalige Kopermolen in Zuuk.

Vanaf de weg is de waterval met rad en het gebouw te zien. Daarna wordt de beek in de omgeving van de Gelriaweg opnieuw opgeleid, nu voor de voormalige Korenmolen in Zuuk en de Zuuker Korenmolen. Van de laatste rest aan de zuidkant van de beek nog het gebouw van de vroegere korenmolen. Aan de noordkant staan de gebouwen van de Veluwse Machine Industrie (VMI). Dit bedrijf heeft ter gelegenheid van het 45-jarig, respectievelijk 55-jarig bestaan in 1990 en 2000 de beide waterraderen in de beek hersteld. Vlak voor de snelweg A50 komen de Verloren beek en de Klaarbeek samen en stromen onder de snelweg door en voeden het nieuwe ontvangstbekken van Vitens. Ook gaat een deel van het beekwater naar de Grift en via een betonnen aquaduct over de Grift in het Apeldoorns kanaal. Het nieuwe pompgemaal pompt het water uit de vijvers naar de infiltratieplassen aan de Koekenbergweg en de Dellenweg.

Dalkruising van de Vlasbeek
Cascade bij de voormalige Wisselse Korenmolen
Klaarbeek in de winter

Beekherstel                                     top
De bovenloop van de Tongerense Beek is een voorbeeld van een fraaie houtwalbeek, vooral omdat flinke hulstbomen hier het aspect bepalen. De zijtak van deze bovenloop, de Witte Beek, vormt een echte sprengkop. In 2002 is deze van zijn houtopslag ontdaan om het historische beeld van een spreng in de heide weer terug te krijgen. Hoewel er kritiek mogelijk is op de manier waarop het Waterschap Veluwe tewerk is gegaan, er hadden wel wat zware eiken en dennen meer kunnen blijven staan, was deze rigoureuze omvorming wel een succes. Binnen een jaar sloeg de struikhei op de kale wallen massaal op.

Flora                                                            top
De Tongerense Beek en de Witte Beek komen samen in de noordwestelijke uitloper van het Wisselse Veen. Ze maken hier een natuurlijke indruk, o.a. omdat ze hier op maaiveldniveau stromen. Ze hebben een bijzondere flora, waarvan teer vederkruid, duizendknoopfonteinkruid en hier en daar de blauwe waterereprijs de opvallendste soorten zijn.

Eper beken                                                            top
Het uitgebreide stelsel van beken dat het Klaarsysteem en de Dorpse Beek omvat, wordt wel aangeduid als de ‘Eper Beken’. De naam ‘stelsel’ is hier op z’n plaats omdat de geschiedenis van deze beken sterk samenhangt. Oorspronkelijk hebben westelijk en zuidelijk van Epe waarschijnlijk twee beken gelopen; de kwelbeek die het Tongerense Veen ontwaterde en als tweede de Verloren Beek die het kwelwater van het Wisselse Veen afvoerde. Tussen beide oude kwelbeken ligt nu de Tongerense Beek, een sprengenbeek die een aantal molens liet draaien. De bouw van molens op deze beek was aanleiding tot een aantal wijzigingen in de beeklopen. De Tongerense Beek vloeit tegenwoordig samen met de Paalbeek en heet verder stroomafwaarts Klaarbeek. Het komt erop neer, dat het overgrote deel van het water uit de omgeving van Epe naar de Klaarbeek is geleid. Waarschijnlijk is dat gedaan voor de korenmolens die aan deze beek stonden.

Infiltratiegebied
De periode dat het grondwater van de Veluwe ongelimiteerd voor handen was, is voorbij. Toenemend waterverbruik is het gevolg geweest van de bevolkingsgroei, de grotere welvaart en de groei van de bedrijvigheid. Dit waterverbruik heeft naast de ontwatering van landbouwgronden plaatselijk geleid tot te grote verlaging van de grondwaterstand, met als gevolg verdrogingverschijnselen. Als voorbeeld hoe hierin verbetering kan worden gebracht, is in 1999 het infiltratieproject Epe gerealiseerd.

Het pompstation Epe is eind van de jaren  50 van de 20e eeuw gebouwd ten behoeve van de drinkwatervoorziening van Hattem tot Vaassen. Voor deze winning is een vergunning om jaarlijks 6 miljoen m3 water uit de bodem te mogen onttrekken. Hiervan wordt 4,3 miljoen m3 geproduceerd. Deze winning heeft geleid tot verdrogingverschijnselen in de lager gelegen omgeving en tot verminderde afvoer van beken. Besloten is dan ook om het verlies aan grondwater en daarmee de daling van het grondwaterpeil te compenseren met toevoer van beekwater uit de Klaarbeek en de Verloren beek. Dit tot een maximum van 2,2 miljoen m3 per jaar in de maanden oktober tot en met maart. In 2015 is een opvangbekken gerealiseerd door Vitens nabij de Zuukerbrug over het Apeldoorns kanaal. Dit project is in samenwerking met het Waterschap Vallei en Veluwe uitgevoerd samen met de herinrichting van de Grift.  Het beekwater wordt van hieruit via een leidingenstelsel naar infiltratiebekkens in de stuwwal, bovenstrooms van het pompstation, gepompt. Daarbij is geen tussentijdse waterzuivering nodig. Wel passeert het water aan de Dellenweg te Epe een bezinkvijver. Ten gevolge van deze watertoevoer vermindert de oorspronkelijke grondwateronttrekking en kan het grondwaterpeil in de natuurgebieden weer enigermate gaan stijgen door de toename van kwel. Hierdoor kunnen bestaande natuurwaarden nog verbeteren en krijgen gebieden met huidige lage natuurwaarden, maar met hoge potentie voor land- en waternatuur, ontwikkelingskansen.

Opslagvijver nabij de Hertenkamp aan de Dellenweg
Infiltratieplassen aan de Koekenbergweg

Dorpse Beek                                  top
Het dal van het Tongerense Veen watert in een natuurlijke situatie ten zuiden van Epe af naar het oosten. De Dorpse Beek echter, gevoed door de kwel in het meest westelijke deel van dit dal, is noordwaarts afgeleid door de bedding door een wat hogere rug te graven, ter hoogte van het landgoed Kolthoven. De beek stroomt verder naar het dorp Epe door een ander, ondiep dal. Waarom en wanneer die omlegging heeft plaats gehad is niet duidelijk. De beek voedde de ‘slotgracht’ van huize De Quickborn, een soort havezate. De Eper Dorpse Beek ontspringt als een typische kwelbeek. Het brongebied voedt de beek permanent met het diepere grondwater dat uit de stuwwal afkomstig is. In perioden van veel neerslag in de winter werkt de beek als een laaglandbeek. In de meeste zomers echter verliest de beek, ter hoogte van de doorgegraven rug het contact met het grondwater en valt droog. Het droogvallen, al eeuwen een probleem, is alleen te verhelpen door de bedding, die door de zandrug is gegraven, met leem te bekleden. In vroegere jaren placht de beek wel eens een aantal straten in het centrum van Epe blank te zetten. Dit euvel behoort tot het verleden: de gemeente heeft intussen de bergingscapaciteit van de riolering vergroot. Het waterschap heeft in de bovenloop grote retenties aangelegd om een piekaanvoer op te vangen. Ze liggen op verschillende plaatsen langs de Dorpse Beek ten zuiden van de Tongerense weg. In 2014 is een klein gedeelte van de Dorpse Beek, die langs de Beekstraat liep, gedempt omwille van de verkeersveiligheid. Nu voedt de Dorpse Beek de eerste vijver volledig en stroomt daarna door naar de tweede vijver in het centrum van Epe. Voorbij het dorp, bij de Zuukerweg, komt de beek weer uit de overkluizing te voorschijn en stroomt langs de waterzuiveringsinstallatie. Samen met het effluent( gezuiverde afvalwater) van deze installatie komt het beekwater in de Grift uit. Een karakteristieke plant die op een aantal plaatsen langs de Dorpse Beek groeit is de adderwortel.

Molen in het dorp Epe?top
Er is vaak gedacht dat in het centrum van Epe een watermolen op de beek heeft gestaan. Die gedachte stoelde op een prent van Jacobus Stellingwerff met het opschrift ‘Eepe 1662’. Deze prent toont een watermolen met twee onderslagraderen. Afgezien van andere details die niet kloppen is een onderslagmolen op de Eper Dorpse Beek ondenkbaar; daarvoor had dit beekje te weinig capaciteit. De situatie op de prent komt echter redelijk overeen met een molenplaats in Epe aan de Dinkel, in de buurt van Gronau. De vraag is natuurlijk in hoeverre de prent een toenmalige situatie nauwkeurig weergaf.

Dorpse Beek
Vlasbeek kruist Dorpse Beek bij de Rouwenhofweg
Tekening van Jacobus Stellingwerff uit 1662