Onlangs is het boek verschenen van Henri Slijkhuis met de titel “Het boerenleven op de Noordoost-Veluwe. Landbouwgeschiedenis van 1700 tot heden en persoonlijke verhalen”.
In dit boek wordt aangetoond, dat de boeren op de Noordoost-Veluwe eeuwenlang gereageerd hebben op veranderende omstandigheden en hun bedrijfsvoering hierop hebben aangepast. In de eeuwen dat er geen kunstmest gebruikt is, zijn de opbrengsten niet al te groot. We moeten ons realiseren, dat het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen, antibiotica en veredelde zaden moderne middelen zijn. De middelen waarover de ‘oude’ landbouwers hebben beschikt om hun opbrengsten te vergroten zijn veel geringer geweest. Maar het is de boeren toch regelmatig gelukt om de opbrengsten met enige procenten te laten toenemen. Met name op het zanddeel hebben boeren het nooit gemakkelijk gehad. Water heeft altijd een grote rol gespeeld. Zelden is er sprake van een optimale situatie voor de boer. Vaak is de grond te droog of te nat. De beekdalen hebben een belangrijke functie in de bedrijfsvoering voor de boeren gespeeld. Op de rivierklei ontstaan na 1850 grote boerderijen met prachtige voorhuizen.
Onderwerpen als grondbewerking, bemesting, gewassen, opbrengsten, gereedschappen, boerderijopbouw, verkaveling en mechanisatie worden beschreven. Aspecten als markt, prijsvorming, loonkosten, belastingdruk, grondlasten, pachtvormen, sociale stratificatie en kredietverlening komen beperkter aan de orde. Dat geldt ook voor de relatie van de boer ten aanzien van plattelandsnijverheid, ambachtswezen, winkeliers, transport en verkeer. Agrarische veranderingen voor 1700 zijn moeilijk met getallen te illustreren, omdat goede cijfers ontbreken. Als er al cijfers zijn, dan hebben die meestal een fiscale achtergrond. Die moeten met gezonde achterdocht worden bekeken, omdat ook in het verre verleden de belastingheffende overheid nogal eens misleid is. Veranderingen worden vooral kwalitatief aangegeven. De geschiedenis van de landbouw wordt verteld in het eerste deel van het boek.
Wat u ook in het boek aantreft, zijn verhalen over verschillende aspecten van het boerenleven in de twintigste eeuw. Veertien mensen zijn geïnterviewd en deze gesprekken zijn omgezet in verhalen. Vanuit verschillende posities wordt het boerenleven beschreven. Uiteraard komen de boer en boerin aan het woord. Ook verhalen van de molenaar, dierenarts, landbouwvertegenwoordiger, boerenzoon en -dochter komt u tegen. Bij elkaar geeft het een levendig beeld van het leven op de boerderij op de Noordoost-Veluwe in de vorige eeuw. Zo vertelt Gerard te Riele van de Cannenburghermolen over zijn belevenissen op zijn molen en gaan Henk Kloezeman en Gerrit van de Snel in hun interview in op wat het betekent om naast een beek te wonen. Deze verhalen vormen het tweede deel van het boek.
Het boek is vormgegeven door Eric Harleman en prachtig geïllustreerd met foto’s en kaartjes. Het is een gebonden uitgave van circa 200 pagina’s en is te verkrijgen bij de lokale boekhandels in Vaassen, Epe, Heerde en Hattem en te bestellen bij info@hagedoornsplaatse.nl en info@bekenstichting.nl De prijs bedraagt 18,95 euro, excl. verzendkosten.