Horsthoekerbeken

Molecatense Beek Open Fototour Open in Beken Atlas Veluwe
Spijkerspreng Open Fototour Open in Beken Atlas Veluwe
Mariabeuk
De Spaanse graven

Horsthoekerbekenstelsel
Tussen Heerde en Epe bevindt zich het Horsthoeker bekenstelsel. In de jaren tachtig van de 20e eeuw heeft het toenmalige Waterschap Oost-Veluwe de soms ingewikkelde naamgeving van deze cluster van beken vereenvoudigd. De noordelijkste van de drie beken, gelegen binnen de gemeentegrenzen van Heerde in de buurtschap de Horsthoek en daar in het verleden vaak als Horsthoeker Molenbeek, Griftbeek of Kamperbeek aangeduid, werd toen Noordelijke Horsthoekerbeek genoemd. De middelste van de drie, eveneens in de Heerder buurtschap de Horsthoek gelegen en daar bekend als zuidelijke Horsthoekerbeek of Heidebeek, werd voortaan Middelste Horsthoekerbeek genoemd. De zuidelijkste van de drie beken, gelegen in de gemeente Epe in de buurtschappen Norel en Vemde en daar simpelweg als Molenbeek aangeduid, werd voortaan Zuidelijke Horsthoekerbeek genoemd. Alle Horsthoekerbeken komen uit in de Grift.
Veel beken werden overigens in de tijd rond 1830 Molenbeek genoemd. In kringen van beekeigenaren was de Zuidelijke Horsthoekerbeek in de vorige eeuw bekend onder de naam Beek aan de Noordzijde.

Het bekenstelsel heeft geen natuurlijke oorsprong. Het complete bekensysteem is in zeer korte tijd aangelegd in  voormalig heidegebied ten dienste van de bloeiende papiermakerij. De noordelijke  en de middelste beek moeten kort voor 1667 zijn gegraven, de zuidelijke in 1668. Op elk van de beken hebben twee molens gestaan.

De Noordelijke Horsthoekerbeek heeft twee bovenlopen. De sprengkoppen van de beide bovenlopen liggen in twee clusters op enige afstand van elkaar in het bosgebied ten zuiden van de Elburgerweg in Heerde. Het meest zuidelijke cluster ligt aan de voet van de Renderklippen. Een deel van de sprengkoppen is daar vanaf de paden en twee bruggetjes mooi te bekijken; andere liggen wat verder van het pad af. De beek stroomt vanaf de Renderklippen langs een weg die Horsthoekerbeek heet en langs de Mussenkamp. Vlak voordat de beide bovenlopen bij elkaar komen, bevindt zich aan de zuidelijke tak een voormalig fabrieksgebouw, Centrum ’s Heerenhof. Dit is de oude molenplaats van de Bovenste Molen aan de Noordelijke Horsthoekerbeek, van Luijer Daendels. De bovenbeek voor deze molenplaats is een mooi voorbeeld van een opgeleide beek; de beek ligt hoger dan de weg erlangs. In 1667 gaf de Rekenkamer aan Luijer Daendels toestemming om twee papiermolens te bouwen op ‘de wateren ende het beecxken uijt ‘t Eper en Vembder Velt ende Merckluijder Vheenen, ten delen door sijn veen, den Berckhorst genaemt lopende … tot eindelijck in de Grift’. De Bovenste Molen aan de Noordelijke Horsthoekerbeek was volgens de bij de Bekenstichting bekend zijnde informatie toen al gebouwd (1662). Mogelijk zonder de benodigde vergunning, die pas in 1667 werd verleend.

Vis kan deze molenplaats niet passeren. Daarom heeft het Waterschap Veluwe langs de dijk van de oude spoorlijn een vispassage aangelegd; via een omweg kan vis nu meer bovenstrooms komen. Langs de Zwarte weg loopt de beek naar de Eperweg en langs het bustransferium onder de A50 door naar de Badhuisweg. Na de kruising met de A50 ligt aan de beek schilderachtig de tweede en onderste molen. Molen De Hoop is buiten gebruik, maar het interieur is nog nagenoeg compleet. De molen heeft een fraaie wijerd. Meer stroomafwaarts komt de beek samen met de Middelste Horsthoekerbeek.
De sprengkoppen van de Middelste en de Zuidelijke Horsthoekerbeken liggen elk als groep zuidelijker en ten westen van het oude spoortracé, nu fietspad. Langs de sprengkoppen van de Middelste Horsthoekerbeek loopt nu een Klompenpad. Aan beide beken liggen wasserijen op plaatsen waar vroeger molens waren. Wasserij Bagerman aan de Middelste Horsthoekerbeek staat ten westen van de Eperweg ongeveer ter hoogte van restaurant De Keet. Deze wasserij staat op de oude molenplaats van de Dullinks Papiermolen.

Iets verder op de weg van Heerde naar Epe stond rechts, op de plek van villaparkje Adelaarshof, wasserij De Adelaar, later Euro Lin. Vroeger was dat de Papiermolen in Norel, ook wel de Bovenste Molen genoemd, aan de Zuidelijke Horsthoekerbeek. Aan dezelfde beek, direct voorbij de kruising met de A50, staat de wasserij Eper Stoom- en Wasserij, vroeger de Papiermolen in Vemde. Beide molenplaatsen hebben een waterinlaat en een vistrap, maar die zijn, omdat ze op privéterrein liggen, moeilijk zichtbaar.

In 1668 kreeg Henderick van Isendoorn van de Rekenkamer het water in erfpacht van een beekje, te graven in het Noorler of Vembder Veen, beginnende aan het Hoge Veld en vandaar naar de ‘gemeine Grift’, om daar een papiermolen op te leggen. Niet lang daarna werden op deze gegraven beek twee molens gesticht: de onderste molen, de Papiermolen in Vemde, en de bovenste, de Papiermolen in Norel. In het gebied van de sprengen ligt één flinke spreng die geheel geïsoleerd ligt; m.a.w. er staat wel water in maar er is  geen verbinding met de beek of overige sprengen. Het zou mooi zijn als er weer eens een aansluiting zou kunnen worden gemaakt.

De Topografische Kaart van 1911 toont bij de onderste molen een vijver. In 1927 werd dit het zwembad ‘De Wijerd’. Dit zwembad aan de Badweg is de sterk vergrote wijerd van de voormalige Papiermolen in Vemde en werd in een verder verleden dus gevoed door de zuidelijke beek. Later werd gebruik gemaakt van opgepompt water. Het zwembad is nu buiten gebruik en de toekomst is onzeker.

Flora
Door het kleinschalige karakter en de diversiteit in bodemtypen is de natuurwaarde van de Horsthoekerbeken hoog. In de bovenlopen komen planten voor als bronkruid, klimopwaterranonkel en drijvend fonteinkruid. Langs de benedenlopen komen in de houtsingels eikvaren, haagbeuk en ijle zegge voor. In en langs de beken worden beekprik, bermpjes, das en ijsvogel aangetroffen. Door de aanleg van cascaden is het hele stroomgebied voor vissen uit de Grift bereikbaar geworden. Het tamelijk omvangrijke sprengencomplex van de Noordelijke Horsthoekerbeek ligt in de overgangszone tussen het bos en het agrarisch gebied en in de nabijheid van het heidegebied van de Renderklippen. Het bos omsluit agrarische enclaves. Amerikaanse eiken zijn een beperkende factor voor de vegetatie op de wallen en in de sprengen, die voor zover bekend nooit een bijzondere flora en fauna hebben gehad. Wandelpaden en bruggetjes maken dit complex goed toegankelijk. De Middelste Horsthoekerbeek wordt gevoed door twee sprengtakken. De noordelijke tak heeft beboste wallen die in recreatieterreinen liggen en slecht waar te nemen zijn. De zuidelijke tak ligt in agrarisch gebied; de sprengkoppen grenzen aan de rand van de Veluwse bossen. Deze tak wordt wel ‘Heidebeek’ genoemd. In 1993 heeft het Waterschap Veluwe deze tak van het grootste deel van zijn houtopslag ontdaan, met de bedoeling er weer een spreng in het open veld van te maken. Aanvankelijk leek deze opzet te lukken. Omdat de houtopslag (o.a. Amerikaanse eiken) alleen werd afgezet en niet ‘met wortel en tak’ verwijderd, groeiden de wallen van het sprengengedeelte weer dicht. Het Waterschap overweegt het heidebeek karakter te herstellen. De sterke beïnvloeding door het omliggende intensief agrarisch gebruikte gebied ,maakt succes onzeker. Wel heeft zich in enkele jaren na het openleggen in de sprengkoppen de bronkruid vegetatie hersteld.
NB: Het opleidingscentrum Jeugd met een Opdracht heeft enkele jaren geleden een compleet plan in gediend om het hele complex te vernieuwen. (Zie Voortoets.) tot nu toe is de financiering hiervoor nog niet rond. De boombegroeiing van de beekwallen langs de sprengen van de Zuidelijke Horsthoekerbeek is ingrijpend gedund. Een ‘heidebeek’ is het daarmee niet geworden. Wel floreren de kwelstroken, waarin zich – zij het moeizaam – het bronkruid handhaaft, Op een enkele plek groeit op de beekwallen de valse salie, op de Oost-Veluwe een nogal zeldzame verschijning.