Kopermolen in Zuuk

Kopermolen in Zuuk  (Rosendaelsmolen) Klaarbeek

Voor het eerst in 1539 bekend als korenmolen. De molen was achtereenvolgens koren-, papier-, koper-, papier- en korenmolen. Vanaf 1745 werd er een koperpletterij gevestigd. De kopermolen was indertijd een uitgebreide molen met zes raderen, op elke oever een gebouw met drie raderen. In 1975 is de molen gerestaureerd waarbij een nieuw waterrad werd geplaatst en het gaande werk is hersteld. De molen functioneert echter niet. De gehele maaluitrusting van de laatste korenmolen is nog aanwezig. Op de stenen onderbouw staat nog een authentieke droogzolder van een papiermolen voorzien van droogtouwen.

De Kopermolen in Zuuk
De Kopermolen in Zuuk
De molenaars van de Kopermolen in Zuuk hebben vanaf 1539 ingespeeld op de economische omstandigheden van de tijd waarin ze leven.
In het begin van de zeventiende eeuw verschuift de landbouw van de extensieve veehouderij naar de meer arbeidsintensieve akkerbouw. De hoeveelheid verbouwd graan in de omgeving van Zuuk neemt toe en het is dan ook logisch, dat er graan gemalen wordt als de Kopermolen voor het eerst in de archieven wordt genoemd. Overigens heet de molen dan Rosendaelsmolen.
De bezitters van de molen zijn de eigenaar van kasteel Rozendaal bij Arnhem. In 1706 wordt het een papiermolen. Het zijn dan de hoogtijdagen van de Veluwse papierindustrie. Molenaar Wolbert Hafkamp ondervindt echter aan den lijve de terugslag van de papiermarkt door de toegenomen Franse concurrentie. Zijn zoon is na zijn dood gedwongen om het dan slecht lopende bedrijf in 1745 te verkopen aan Frans Jan Haack. Deze Haack ziet op de Veluwe goed lopende  koperbedrijven en maakt er een kopermolen van. De huidige naam de Kopermolen stamt uit die periode. Dit bedrijf draait lange tijd uitzonderlijk goed door de grote vraag naar dunne koperplaat vanwege de toepassing als rompbekleding in de scheepvaart. Het is een eeuw lang het belangrijkste bedrijf in Epe.
Door de opkomst van ijzeren stoomschepen vermindert in de loop van de negentiende eeuw de vraag naar koper en zijn de dagen van de kopermolens geteld. Zo ook die van de Kopermolen te Zuuk. In 1858 neemt Aart Heering het bedrijf over. Hij maakt er een papiermolen van. Het zijn al wel de nadagen van de succesvolle Veluwse papierindustrie.  Na 1870 krijgt de papierindustrie het moeilijk. De kleine papierbedrijven worden dan te ouderwets en verliezen de concurrentiestrijd. Heering wordt gedwongen om een andere bestemming voor zijn molen te vinden. Hij kiest voor de oorspronkelijke functie van de molen, namelijk die van korenmolen. Deze keus heeft te maken met grote veranderingen in de landbouw. De veehouderij op de Noordoost Veluwe heeft eeuwenlang  vooral in dienst gestaan van de akkerbouw. Eind negentiende eeuw komt de akkerbouw juist in dienst te staan van de veehouderij, dat wil zeggen de melkvee- en varkenshouderij. De rogge die wordt verbouwd en van oudsher door verkoop een belangrijke inkomstenbron is, wordt sindsdien in toenemende mate, na te zijn vermalen in de plaatselijke maalderij, als krachtvoer aan de veestapel gevoerd. Dit leidt tot een grotere vraag naar maalcapaciteit. Aart Heering ziet dit gebeuren en maakt hier gebruik van. Hij krijgt door de toename van het aantal kleine boerenbedrijven in de omgeving van Zuuk flink wat klanten. Zijn kleinzoon Aart Johan maakt het omgekeerde mee in de jaren zestig van de vorige eeuw. De landbouw intensiveert, het aantal boerenbedrijven neemt fors af en de overblijvende boeren komen niet meer met hun rogge naar de molen om het te laten malen tot veevoer. Het aantal klanten slinkt en in 1959 stopt Aart Johan met het malen. Tot aan zijn dood in 1975 gaat hij wel door met de verkoop van producten. De tijd van watermolens en waterkracht is dan al lang voorbij, zodat het voor de erfgenamen van Aart  niet meer mogelijk is om een nieuwe toepassing voor de molen te vinden. Sinds midden jaren zeventig zijn er geen bedrijfsactiviteiten meer. Of er in de nabije toekomst een nieuwe functie voor de molen wordt gevonden, zal de tijd leren.
De Kopermolen in Zuuk is de laatste watermolen van het Klaarbeeksysteem, die nog in tact is.  Het Klaarbeeksysteem is onderdeel is van de Eper beken. Als cultuurhistorisch monument is het van bijzonder grote waarde. De Bekenstichting maakt zich al een aantal jaren sterk om het gebouw te restaureren.
NB. Een groot deel van de tekst is afkomstig uit het boek “De Geschiedenis van de Kopermolen  in Zuuk” van Henri Slijkhuis