Het Korte Broek is een natuurgebied pal aan de zuidkant van Vaassen. De naam ‘broek’ duidt op een nat, vaak moerassig stuk land. ‘Kort’ heeft in dit geval de betekenis van smal. Het Korte broek was dus een smal, nat stuk land. Inderdaad, het Korte broek is slechts 100 tot 200 meter breed maar wel bijna 1,5 kilometer lang.
Ooit was dit een moerasgebied. Al in de zeventiende eeuw werd het veen afgegraven als brandstof en daarna werd het als hooiland in gebruik genomen. Maar eigenlijk was het te nat voor agrarisch gebruik. Er komt veel kwelwater uit de grond: slecht voor de landbouw maar goed voor de natuur. Dus werd het Korte broek aangekocht als natuurgebied en kwam zo in handen van de stichting Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen. Helaas bleek er nog veel te veel fosfaat in de bodem te zitten; een erfenis van het jarenlange agrarische gebruik. Met zo’n hoog fosfaatgehalte kan het nooit iets worden met een natuurgebied. Dus moest de vermeste bovengrond worden verwijderd. Met als bijkomend voordeel dat de kweldruk toeneemt en het gebied nog natter wordt.
Vorig jaar is zo’n twintig tot veertig centimeter van de voedselrijke bovengrond verwijderd. Hierdoor werden allerlei patronen in de bodem zichtbaar zoals banken met ijzeroer, een oude weg die dwars door het veen heeft gelopen en misschien zelfs wel de resten van een watermolentje.
Oomen Landschap, een adviesbureau dat bij de natuurontwikkeling van het Korte broek is betrokken, heeft een aantal vliegerfoto’s gemaakt om die patronen beter te kunnen interpreteren.
Eén van de bijzonderheden waren de sporen van een meanderende (kronkelende) beek. Dat soort beken kennen we niet op de Veluwe. Hoe is het ontstaan? En wanneer? Zou je het weer kunnen laten stromen? Om dit soort vragen te kunnen beantwoorden moeten we diep in de geschiedenis duiken. We moeten terug naar het einde van de laatste ijstijd, 11.000 BP (Before Present, dus ‘voor nu’). De plek waar nu het Korte broek ligt werd voortdurend overstroomd door het smeltwater dat van de stuwwal kwam.
Het water voerde allerlei erosiematerialen van de Veluwe mee, zoals grint, zand en leem. Dit werd aan de voet van de stuwwal als grote, brede smeltwatervlaktes afgezet. Deze vlaktes werden doorsneden door beekdalen, waarin het smeltwater zich verzamelde in tijden dat er minder water van boven kwam. Het Korte broek is zo’n smeltwaterdal.
In het dal kwamen (en komen nog steeds) kwelbanen naar boven die ijzerrijk water bevatten. Eenmaal aan de oppervlakte oxideert het ijzer en vormt op de lange duur banken van ijzeroer, een keiharde verbinding waarop water kan blijven staan. In het Atlanticum, 8000-5000 jaar BP , ontstonden er dikke veenpakketten in de beekdalen. Dit was een zeer natte periode met een groot wateroverschot. Daardoor groeide alles dicht met bos (bosveen) en veenmossen (hoogveen). Het veen gebied waterde af via kleine, soms meanderende veenstroompjes, die uiteindelijk hun weg zochten naar de IJsselvallei. Zo ook het Korte broek. Het is tot aan de ontginning, pakweg zo’n 300 jaar geleden, een veengebied geweest met -waarschijnlijk- de gevonden meander als afwatering.
Op de oudste gedetailleerde kaart die beschikbaar is, die van de Man 1802-1812, is de meander van het korte broek al niet meer te zien. Wel zichtbaar is de nog steeds aanwezige ontwateringssloot, waaruit blijkt dat de ontginning al meer dan 200 jaar geleden moet hebben plaatsgevonden. Misschien dat in die tijd ook de Egelbeek is aangelegd.
Die loopt om het veen heen langs de uiterste noordgrens van het beekdal en ligt duidelijk hoger. Misschien is die gegraven om het meest westelijke deel van het Korte broek te ontwateren. Dat deel is de oudste ontginning geweest. Om het water vlot weg te laten stromen moet het niet eerst nog eens zijn weg zoeken door een bestaand veengebied. Een omleiding in dit smalle beekdal ligt dus voor de hand. De meander weer in ere te herstellen is niet mogelijk.
De voorwaarden daarvoor bestaan immers niet meer. Het veen is verdwenen, de bovenste veertig centimeter ontbreekt en er is veel minder water beschikbaar dan toen.
De meander zou al in een paar jaar tijd dichtslibben door gebrek aan stroming.
Helaas!
Gert Jan Blankena
Met dank aan Dirk Oomen voor de vliegerfoto’s.