Werkgroep cultuurhistorie op stap met Herman Hagens
2011
Donderdag 20 februari is het zover. Herman Hagens, de auteur van het standaardwerk “Op kracht van stromend water. Negen eeuwen watermolens op de Veluwe”, komt op bezoek bij de werkgroep cultuurhistorie. Jan van de Velde, Jan Koornberg en Henri Slijkhuis begeleiden Herman naar de Grutmolen, later Wasserij Molenbeek in Heerde, de Kopermolen in Zuuk (Epe) en de Cannenburchermolen in Vaassen.
Herman is al vanaf de jaren vijftig informatie aan het verzamelen over watermolens in Twente en de Achterhoek. In 1979 resulteert dit in het boek “Molens, Mulders, Meesters”. Tijdens het onderzoek naar verdwenen en nog bestaande watermolens in die regio heeft Herman ook het nodige verzameld over de watermolens op de Veluwe. Vooral in het Rijksarchief in Arnhem weet hij veel waardevolle informatie boven water te halen over deze Veluwse molens. Vanwege de invoering van de Hinderwet in 1871 moet er door molenaars vergunning aangevraagd worden. Daardoor is veel informatie over en zijn er veel tekeningen van molens nu geheel verdwenen. De vele fietstochten langs de molens (Herman heeft geen auto) en de vele gesprekken met hun eigenaren en de grote hulp, die Herman ontving van historische en heemkundeverenigingen heeft geleid tot het standaardwerk “Op kracht van stromend water”, dat in 2000 is uitgegeven. Herman geeft aan, dat hij tevens veel heeft gehad aan het boekwerk van H. Voorn “De papiermolens in de provincie Gelderland, alsmede in Overijssel en Limburg”en het boek van R. Hardonk over de geschiedenis van de Apeldoornse watermolens “Koornmullenaers, pampiermackers en Coperslaghers”.
Het is Herman Hagens opgevallen, dat de watermolens in Twente veel beter beschermd worden dan die op de Veluwe. In Twente is er tot nu toe maar één watermolen verdwenen, terwijl op de Veluwe er nog weinig molens zijn. Hij heeft hier helaas geen verklaring voor. Een interessante onderzoeksvraag!
De Grutmolen, later wasserij Molenbeek.
We worden ontvangen door Jan Harmen Bosch de huidige bewoner van villa Molenbeek.
Jan Harmen vertelt zeer geanimeerd over de historie van de molenplaats. De molen is in 1834 opgericht en in 1914 (toen aan de bedrijvigheid een einde is gekomen) afgebroken. Het is nog wel steeds goed te zien waar de molen heeft gestaan. Voor Herman Hagens is de in de kelder nog steeds aanwezige Peltonmolen van 1914 het hoogtepunt. Hij is tijdens het schrijven van zijn boek niet op de hoogte geweest van het bestaan van dit molentje met het Peltonwaterrad. Hij daalt hiervoor als 78-jarige een wankele trap af om onder in de kelder te komen.
In de Wijerd van juni 2010 wordt deze Peltonmolen uitgebreid beschreven. De molen is o.a. gebruikt om elektriciteit op te wekken.
Mij treft tijdens dit bezoek vooral het verhaal van de heer Bosch over het vissen met handgranaten in de wijerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers vermoeden, dat er vis in de wijerd zit en nemen niet de moeite om deze vis met een hengel te vangen, maar gooien er handgranaten in.
De Kopermolen in Zuuk
We worden rondgeleid door de heer Rodijk. De Kopermolen in Zuuk is een bijzonder waardevol cultuurhistorisch object. De molen heeft verschillende functies gekend. De twee laatste functies zijn nog steeds goed te zien! In 1858 is door A. Heering de molen ingericht voor het maken van papier en in 1899 wordt de molen door de heer G.W. Heering omgebouwd tot graanmolen. De vrouw van de heer Rodijk is een Heering zodat de familielijn nog steeds bestaat.
De wijerd en de bovenloop van de beek zijn hersteld door het waterschap zodat de wateraanvoer naar de molen goed is. In 1975 heeft de molen een nieuw waterrad gekregen en is ook het vlotwerk vernieuwd. Tevens worden de bakstenen muren hersteld. We zijn inmiddels veertig jaar verder en het is goed te zien, dat een volgende restauratie absoluut noodzakelijk is. Ik hoop, dat de huidige eigenaren en de gemeente elkaar weten te vinden. Als bekenstichting willen we graag ons steentje aan de restauratie bijdragen.
De Cannenburchermolen
De molen van het kasteel de Cannenburch is één van de oudste molens van de Veluwe. Al in 1387 wordt deze molen in officiële stukken genoemd. Een aantal jaren geleden is de molengoot en het waterrad vernieuwd en dat willen we Herman Hagens graag laten zien. Jan van de Velde vertelt de heer Hagens over de gerestaureerde turbine, die onder water zit, maar niet is aangesloten op een generator en dus geen functie heeft. Jan vindt dat het aansluiten op een turbine alsnog moet gebeuren. Uit de reactie van de heer Hagens blijkt, dat hij een man van de cultuurhistorie is. Als er een oorspronkelijk een waterrad heeft gezeten, dan hoeft een turbine voor hem niet.
Na het bezoeken van drie molens is het tijd voor de inwendige mens. In het koetshuis wordt de rondgang afgesloten met een hapje en een drankje. We kunnen terugzien op een geslaagde tocht.
Henri Slijkhuis